VAN BRUHESE EN AANVERWANTE GESLACHTEN
Bredasche tak
familie heeft zich verspreid over geheel onze Pwi provincie.
Haar naam is verbonden aan eene oude bezitting, op de grens van Balcel en Aarle (Rixtel), en leeft nog voort in de parochie Brouhuis, welke vóór enkele jaren is opgericht. Voor het eerst vond ik dezen naam in 1300, als de hertog van Brabant ongecultiveerde gronden oostwaarts van Helmond in gebruik gaf aan de inwoners dier vrijheid.
De familie voerde in haar wapen drie jachthorens, zooals blijkt uit zegelafdrukken aan oorkonden, o. a. in 137-1 en 1536.
Dit wapenteeken wijst op een verband met het geslacht Hom, dat in het oosten onzer provincie aanzienlijke goederen heeft bezeten. Daarover heeft de Bergen op Zoomsche burgemeester Thomas de Rouck ons eene merkwaardige overlevering medegedeeld, welke hij ontleend had aan een handschrift „onder die pampieren" van jhr. Hendrik van Halmale te Antwerpen. Meermalen ligt in eene dergelijke overlevering de een of andere ware gebeurtenis verscholen.
„Hertoch Henrick van Brabandt hadde een suster, die den keyser van Romen ghetrout hadde, die eenen edelen man by haer metter woon hadde, zijnde haren camerlinck, gheheeten Justus, een jongher soon van den grave van Hoorne. Ende by deselve keyserinne woonde een jonghe joufFrouwe, ghenaemt Catharina, dochter van den grave van Benthem, dewelcke by de voorschreven keyserinne tsamen gehouwelickt werden. Ende tot behulpe van den selven houwelycke gaf hertoch Henrick voorschreven, ter begheerte van de keyserinne, syne suster, den voorz. Justo, soon van Hoorne, het goedt