Mr. Timmerman, die 6 Januari 1718 gedoopt werd te Haastrecht, als zoon van Jan en van Jacoba Danens, huwde te Schoonrewoerd 8 September van het jaar zijner komst te Woudrichem met Maria van Dijk, gedoopt te Schoonrewoerd 6 October 1720, dochter

van Johannes bij Neeltje Dirks1).

• *

*

In September 1762' vroeg hij aan Baljuw, Schout en Schepenen van Woudrichem verlof om in een huis, dat hij gekocht had — hij schijnt dus met zijn kostschool goede zaken gemaakt te hebben — een vertrek tot school in te richten, in plaats van de gewoone Nederduytsche school, welke des icinters zeer guur en koud is, mits dat het oude school tot gebruyk off voordeel van den suppliant moge blijven.

Dit verzoek werd hem in zoover toegestaan, dat het ordinaris Sclioolhuys niet anders als tot ordentelijk gebruyk en niet tot zijn voordeel zal mogen gehouden werden.

* #

*

') Hunne dochter Neeltje Timmerman, gedoopt te Woudrichem 13 Februari 1757, in 1782 gehuwd met Jan Heyligers, chirurgijn, die 31 December 1777 werd geadmitteerd als burger en poorter van Woudrichem en 3 Februari 1803 door het Departementaal Bestuur van Holland werd aangesteld tot baljuw en schout van Woudrichem, in de plaats van den overleden Diderik van Helden (zie „Taxandria" XIII, blz 93 e. v. en XIV, blz. 13 e. v.) was o. a. de grootmoeder van den deken van 's-Gravenhage en pastoor der kerk van den H. Jacobus aldaar Jan Theodorus August Heyligers, die 4 October 1832 te Woudrichem werd geboren en 3 Januari 1903 in Den Haag overleed en wiens vader Roeloff Johannes Heyligers, postdirecteur en assessor te Woudrichem — gadoopt aldaar 17 April 1791 en overleden aldaar 31 Mei 1862 — bjj zjjn huwelijk met Marie Marguerithe Josephine Aglaé Mach en tot de Katholieke Kerk overging.

Een zoon, J a c o b, geboren uit het echtpaar Timmermanvan D\jk en die genoemd wordt in „Taxandria" XV, blz. 281, als ondertrouwd met Teuntje Ketelaar, werd te Woudrichem gedoopt 9 April 1752.

xvi •>