een tweewielig rijtuigje is gespannen, vandaar de naam zegewagen !

Verder heeft men in het Fam. Rose en Fam. Verte de bekende figuren van dames en kinderen. De dames heeten bij voorkeur „lijzen", de kinderen „zotjes".

Merkwaardig dat ook in Engeland de Chineesche dames (op porselein uitgebeeld, wel te verstaan!) „long Elisabeth" worden genoemd. Een mannelijke Chinees heet bijna onvoorwaardelijk „mandarijn". Toch wordt in den handel onder „mandarijn-goed" verstaan het porselein met een décor van perken of vakken, waarin uitgebreide voorstellingen van figuren, in de eigenaardige kleurverbinding van paars en oranje. Het décor daaromheen is dan meest blauw; soms ook bruin. Dit laatste zeldzaam. Enkele

Verder vindt men in geëmailleerd porselein nog de „servet-borden" en schotels, ook wel „brief-borden" genoemd. Het décor bestaat uit een gedeeltelijk afgerolden kakemono, die dwars over het bord heengaat en waarop dan het bloem-ornament is aangebracht. Dan hebben veel geëmailleerde porseleinen aan buiten of binnenzijde een enkelkleurigen grond. De meest voorkomende zijn capucijner, als ze donkerbruin . ijn, café au lait als ze iets lichter zijn, kandeel of eiergeel als ze nog weer lichter zijn of meer naar het geel overhellen.

Tusschen-kleuren noemt men ree-kleurig of zeemleer. Zijn ze blauw, dan spreekt men van koningsblauw. Het „koningsblauw is met de penseel opgebracht, in tegenstelling met „poederblauw' (Eng. powder-blue) of

kleuren van dit mandarijnen-goed zijn emaille-kleuren, meestal het groen en het paars.

Na het mandarijnen-goed komt nu het „melk en bloed". Ook een geëmailleerd porselein-soort. Het is versierd in twee kleuren, het wit als ondergrond en het bruin-rood voor het eigenlijke decor, dat meestal kwistig met goud (alias verguldsel) is versierd. Goud, of verguld dan, is steeds boven het glazuur aangebracht, vandaar dat het afslijt. Men zegt dat Theodor Deck, de groote Fransche ceramist uit het laatst der 19de eeuw, het goud bij wijze van proef onder glazuur heeft weten te bereiken.

Het „melk en bloed' is door zijn eigenaardige kleurverhoudingen wel direct te herkennen, doch er is ook een soort porselein, rood en wit, vooral in Lowestoft en Plymouth gemaakt (eind 18de eeuw), dat daarmede niet moet worden verward.

Er zijn trouwens meer décors en meer porseleinen van Engelsch maaksel, die lastig van het Chineesch porselein te onderscheiden zijn.

stuifblauw, dat gesponst wordt. De techniek der bewerking is gemakkelijk aan het voorwerp te constateeren.

Pate-sur pate (Hollandsche naam onbekend) is 'n decor of beter is 'n manier van versiering waarbij de eigenlijke pate weer als versierings-stof is aangewend.

Gewoonlijk wit op wit, wat een mooi effect kan teweegbrengen. Wel te onderscheiden van witte glazuurverf op wit porselein. Dit is natuurlijk geen „pate-sur-pate . Wapen-porselein, t. w. wapenborden, wapenschotels, is geëmailleerd porselein, waarop wapens voorkomen. Dan van landen, provincieën of steden, dan weer van voorname families, al of niet met de helmteekens of deviezen.

Ook in Delftsch komen deze wapenborden voor. Vooral in Engeland zijn heele verzamelingen uitsluitend van wapenporselein; wapen-serviezen, (thee- en eetserviezen). Het is 'n interessant verzamelen. Trouwens in 't buitenland houdt men meer van speciaal-verzamelingen van porselein dan ten onzent.

Bijv. er zijn verzamelingen van porselein, waar uit-

4

Haantjes-Bordje, z.g. (Familie Rose).