ken door Dr. Schoonees in den derden, vermeerderden druk van zijn boek « Die Prosa van die tweede Afrikaanse Beweging ».

Het woord « monumentaal » is juist sterk genoeg om de waarde van dit boek te kenmerken, waarin alle prozaschrijvers behandeld worden, die sedert den aanvang dezer eeuw in Zuid-Afrika zijn opgetreden, en hun bizonderste geschriften uitvoerig worden ontleed. Critiek ontbreekt niet, maar zij is altijd van opbouwenden aard en vindt haar grondslag in een gezonde, evenwichtige opvatting van het werk van letterkunde.

In het propectus lezen wij, dat het boek van Dr. Schoonees de aandacht verdient van eiken denkenden Afrikaander, die prijs stelt op de kennis van zijn eigen litteratuur. Ter aanvulling weze herhaald wat geschreven staat aan het slot van de recensie, gewijd aan de studie van Louw. « Dietbrand» heeft meer dan eens bij zijn lezers aangedrongen op het lezen .■— en koopen ! — van Zuidafrikaansche boeken. Dr. Schoonees wijst ons den weg in de rijke proza-productie van ZuidAfrika. Hij verdient daarvoor den oprechten dank van alle Dietschers, voor wie de saamhoorigheid met het heldhaftige volk over den oceaan geen ijdele leuze is.

Gemis aan plaatsruimte is het eenige wat ons tegenhoudt, hier een groot artikel over het boek van Dr. Schoonees te laten verschijnen. (De schat van gegevens, die het bevat, eischt eigenlijk zulk een artikel.) Het werk bestaat uit elf hoofdstukken, waarvan de titels luiden : Die eerste en tweede Afrikaanse Bewegings, Polemiese Prosa, Prosa uit die Tydskrifte, G. R. von Wielligh, Verhalende Prosa : Die Intrigeroman, Verhalende Prosa: Die Mens in die Afrikaanse Verhaalkuns, Die Dierverhaal, Ander Prosaïste, Adv. C. J. Langenhoven, Historiese Prosa, Letterkundige Geskiedenis en Kritiek. Een naamregister werd aan de uitgave toegevoegd.

KURT WAIS : « Die Gegenwartsdichtung der europaischen Völker». — Uitg. Junker & Dünnhaupt, Berlijn. Prijs, ingen. 14 RM.

De bijdragen in dit lijvige boek, waarin men de hedendaagsche letterkunde bij de volken in Europa (het Duitsche volk uitgezonderd) beschreven vindt, werden door verschillende medewerkers geleverd. Niet alle beschouwen de letterkunde, de dichtkunst, van het v o 1 k s c h e standpunt. Onder hen die dat wèl doen, moet vooral de schrijver over de Engelsche en de Iersche litteratuur, Hans Galinsky, worden vermeld.