Voor een vreemde heeft men toeh wel genoeg hoffelijkheid om hem de korte uren samenzijns niet nutteloos en ijdellijk te verbitteren , om hem zijn werk zonder stoornis te laten volvoeren, vooral als men ziet, en gijlieden zult dat zien van mij, dat hij het onze bevordert.... ?
8.
Blz. 233
Waarop berust de schrijfwijze stoffaadje, en elders paadje, bosschaadje? En waarom verdient de spelling stoffage, page, bosschage tegenwoordig de voorkeur?
9.
Blz. 235 , couplet 5.
Waarom schrijft Potgieter:
Ik had het aardige kind op den Hoef,
D'anderen ochtend na de afreis vergeten.
En waarom niet: Ik was vergeten ?
10.
Blz. 238.
Wat merkt gij op aangaande het gebruik van het pers. vnw. hij in: Het verraste hem zelfs, dat een meisje voor hem vlugtte, hij , wiens handen met die van Bacchus in blankheid durfden wedijveren' Verg. boven Opmerking 3.
11.
Blz. 239 , r. 15 :
Timon de t(tovenaar., Van tooveren. Vergelijk voor den overgang van r in ยป: kamenier voor kamerier.
12.
Blz. 239, r. 23.
Borst. De t is paragogisch. Denk aan Hd. Bursche. En verg. Dr. Jan te Winkel Be Grammatische Figuren in het Nederlandsch, p. 86.
13.
Blz. 240, midden.
Vervaard = bevreesd, van mnl. vare = vrees. Verg. gevaar en gevaarlijk.
14.
Blz. 243.
Ophelderingen, r. 10 v. o.
8*