de wetenschap op haar tegenwoordige ontwikkeling en leert het verband van de wetenschap met de techniek van het bedrijf.

Het geheele systeem van het onderwijs moet worden een organisatie, die in al hare deelen verband houdt met de zich

organisch vormende maatschappij. Evenzeer als in de maatschappij

op de verschillende trappen van beroep of bedrijf hoogere en lagere vakkennis noodig is, is ook onmisbaar een hoogere en lagere algemeene ontwikkeling, want die algemeene ontwikkeling waarborgt het verband, dat, bij de voortgaande specificatie van 's menschen leven, de verschillende deelen samenvoegt tot één geheel.

De hoogeschool, die nu staat geopend te worden, getuigt van het klaar inzicht van hen, die haar hebben in leven geroepen, in de behoeften, die zij zal hebben te vervullen. Eenerzijds is door de hoogleeraren de band gelegd met de universitaire studiën, anderzijds is door de vestiging in Rotterdam gezorgd voor een voortdurende aanraking der studeerenden met de praktijk, terwijl aan den eisch van algemeene ontwikkeling recht is gedaan.

Het is eene Nederlandsche hoogeschool die hier gevestigd wordt, het is een Nederlandsche behoefte die thans bevrediging zal vinden. Het is niet aan den Rotterdamschen handel alleen, dat zij zal ten goede komen.

De regeering heeft gewenscht blijk te geven van hare hooge waardeering van al hetgeen door het particulier initiatief in het publiek belang is gedaan. Zij heeft gemeend dat zij niet beter kon doen dan den man te eeren, die zeker meer dan een ander aan het welslagen van deze onderneming heeft bijgedragen.

Het verheugt mij daarom te kunnen mededeelen, dat Hare Majesteit den heer van Stolk heeft benoemd tot Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw."

En hierna verklaarde mr. Cort van der Linden de Nederlandsche Handelshoogeschool voor geopend.

MIDDENSTANDS VOORLICHTING.

Ten vervolge op de in October 1912 verspreide circulaire wordt thans bericht, dat de Commissie voor de Middenstandsvoorlichting ook in het winterseizoen 1913-1914 van harentwege voordrachten zal doen houden over de hieronder volgende onderwerpen. De bij elk onderwerp vermelde heeren hebben zich als spreker beschikbaar gesteld en zijn als zoodanig door de commissie aangewezen :

I. Middenstands- en vakorganisatie: de H.H.: J. Das Dzn te Utrecht; M. H. G. Th. Fiedeldy Dop te Amsterdam; M. Verberk te 's-Hertogenbosch. II. Bedrijfscooperatie (gemeenschappelijke inkoop, gemeenschappelijk gebruik van machines, gemeenschappelijk gebruik van werkplaatsen, gemeenschappelijke productie, gemeenschappelijke verkoop): de H.H.: J. Bdters te Vlaardingen; J. Das Dzn te Utrecht; M. H. G. Th. Fiedely Dop te Amsterdam. III. Credietcoöperatie : de H.H.: M. H. G. Th. Fiedeldy Dop te Amsterdam; M. Verberk te 's-Hertogenbosch; H. J. Viester te Delft; Cor Visser te Leeuwarden. IV. Chèque- en Giroverkeer: de Hr. H. J. Viester te Delft. V. Warenkennis en Vervalschingen: de H.H.: Dr. J. J. van Eck te Leiden ; Dr. J. D. Fillippo te 's-Gravenhage ; Dr. W. F. Hesselink te Arnhem; Dr. F. H. van der Laan te Utrecht en Dr. A. Lam te Rotterdam, zijnde de Directeuren der gemeentelijke keuringsdiensten in de verschillende genoemde plaatsen. Deze heeren zullen als regel alleen optreden in hunne standplaats of de omgeving daarvan. VI. Nut van het Boekhouden, prijsberekening, moderne hulpmiddelen bij de administratie : de Hr. C. Koenraad te Amsterdam. VII. Oneerlijke Concurrentie: de Hr. O. R. Barends te Arnhem. VIII. Uitstalkunde, publiciteit en reclame. Uitstalkunde: de Hr. G. Muller te Amsterdam; Publiciteit en

reclame : de Hr. G. H. H. van Zeyl te Arnhem. IX. Machinale inrichting van het bedrijf en middelen tot verkrijging van de benoodigde machines : de Hr. B. W. C. Emons te Hilversum. X. Organisatie van meestercursussen, oprichting van vakscholen en leerlingwezen : de Hr. B. W. C. Emons te Hilversum, Vakopleiding: de Hr. Emile Verviers te Leiden. XI. Voor den Middenstand wetenswaardige rechten en de uitoefening daarvan de H.H. : Mr. A. J. M. Leesberg te Alkmaar; Mr. J. G. Schürmann te Rotterdam.

Onder dit hoofd vallen verschillende onderwerpen als arbeidscontract, vennootschapsrecht, koopovereenkomst, faillissement en surséance van betaling.

Aanvragen tot het doen houden van voordrachten met medewerking der Commissie moeten worden gericht aan: de Commissie voor de Middenstandsvoorlichting te 's-Gravenhage, Lange Houtstraat 36.

Gelijk reeds vroeger is vermeld, bestaat de medewerking van de zijde der Commissie hierin, dat zij voor hare rekening neemt de vergoeding van reis- en verblijfkosten en de eventueele vergoeding van tijdverlies van den spreker. Bedoelde medewerking wordt slechts verleend op aanvrage van eene Middenstandsvereeniging of een groep middenstanders, wanneer deze zich bereid verklaren een zaal beschikbaar te stellen, toegang te verleenen aan alle middenstanders ter plaatse en er voor zorg te dragen, dat in de vergadering geen propaganda voor een bepaalde vereeniging wordt gemaakt.

Bestaan in een plaats meerdere middenstandsvereenigingen, dan is de vereeniging, of zijn de vereenigingen, die de voordracht organiseert (resp. organiseeren), verplicht daarvan tijdig officieel kennis te geven aan de besturen der andere vereenigingen ter plaatse, met verzoek de uitnoodiging tot bijwoning der vergadering over te brengen aan hunne leden. Bekendmaking van het houden eener voordracht dient zooveel mogelijk te geschieden in voornamelijk door middenstanders gelezen bladen van verschillende richting.

Na afloop der vergadering moet een kort verslag in een der bladen, benevens eene opgave van het aantal aanwezige personen aan de Commissie worden ingezonden. Na afloop van het seizoen zal bovendien door iedere vereeniging aan de Commissie moeten worden bericht tot welke resultaten de voordracht heeft geleid; met name of in verband daarmede is besloten tot oprichting of instelling van eenige vereeniging, coöperatie, cursus enz., of tot aansluiting bij eene bestaande vereeniging of coöperatie.

Ten einde de regeling van de reis der sprekers zooveel mogelijk te vergemakkelijken is het wenschelijk, dat door vereenigingen in nabijliggende gemeenten onderling overleg wordt gepleegd, of door baar voorlichting door eenzelfden spreker gewenscht wordt en indien ja, de data der vergaderingen onderling aldus worden geregeld, dat zij voor den spreker het geringste bezwaar en het geringste tijdverlies opleveren. Ook zullen op plaatsen, waar verschillende middenstandsvereenigingen voorlichting door eenzelfden spreker over eenzelfde onderwerp wenschen, deze vereenigingen gecombineerd eene vergadering dienen te beleggen, ten einde onnoodige onkosten te vermijden.

Aanvragen tot het dezen winter doen houden van voordrachten worden door de Commissie liefst voor 1 December a.s. ingewacht.

Op grond van tot dien datum ontvangen aanvragen zal de Commissie het werkplan voor dezen winter vaststellen, zoodat aan latere aanvragen allicht niet voldaan zal kunnen worden. In den regel wordt, tenzij in zeer bijzondere omstandigheden, geen spreker voor een bepaalden datum beschikbaar gesteld dan wanneer zulks ten minste 14 dagen tevoren is aangevraagd.