pater provinciaal. « Wellicht brengt het geboorteklimaat beterschap. Wie weet of hij toch nog niet opknapt ! Gave God het ! Voor de missies is hij in alle geval verloren; een onherstelbaar verlies. »

— « Twee en vijftig jaar pas !... In de volle kracht van zijn leven nog, zoo 'n reus van een kerel ! » bespraken zijn medebroeders het geval, toen ze van het onvermijdelijke vertrek hoorden.

— « Sterven door een zonnesteek is eigenlijk niets » meende er een. « Een mooi sneuvelen in de bres, heldhaftig op z'n Indisch : de dood door de zon ! Maar léven met een zonnesteek !.. »

Die dat zei veegde daarbij het zweet uit den rand van zijn helm. Ook op zijn hoofd straalde dag in dag uit de heerscher van Indië's hemel, de verschrikkelijke...

Jaren geleden toen Pater Beuders naar Indië vertrok, keken matrozen toe met een glimlach van bewondering : naar den langen man met golvend zwarten baard, zooals hij daar stond over de reeling gebogen, te zwaaien met zijn hoed naar de verschuivende kade.

— « Een vlag van een vent ! » zei er een.

Toen Pater Beuders uit Indië terugkeerde, was er wellicht ook nog wel een matroos om naar hem te kijken : naar den strompelenden man, grijs en versleten, die zich toch niet wou laten helpen, toen hij over de valbrug aan wal sukkelde.

— « Een wrak van een mensch ! » dacht die misschien...

Wat zijn missieoverste verhoopt had, mocht niet gebeuren. Vlaanderen bracht den getroffene door Indië's zon geen beterschap. Zijn been bleef lam. Wat erger was, zijn geest bleef bij vlagen zeer beneveld.

— « Pater Beuders, de provincie is U uiterst dankbaar voor het werk, dat U in de missies geleverd hebt ! » had de provinciaal hem gezegd. « Rusten nu maar en probeeren te genezen ! »

Heel goed wist de provinciaal dat dit het ergste was, wat men een man kan opleggen : te moeten rusten, te moeten begrijpen dag na dag dat er voor je geen werk meer is !