dc Zoon dus zijne magt teruggeeft aaa den Vader, opdat deze alles zij in allen (71). Want God is een geest, en ook het Christendom is bij Ileni eene voor deze aarde bepaaldelijk ingerigle vorm.

Na al het aangevoerde zou ik kunnen eindigen; want het blijkt ons duidelijk, wat God, volgens i\aulus, ons omtrent zijne natuur en gezindheid in jezds. Christus openbaart. Evenwel blijft er nog een zeer belangrijk onderzoek over, wat hel beteekene, 't geen bij i'aulus gedurig voorkomt, en bij hem alleen, dat ons in Christus is geopenbaard

Gods regtvaardigheid.

Groot is het verschil van gevoelens over de beleekenis van deze uitdrukking. De Roomsch-Kalholijke Godgeleerden verstaan er bij faulus die eigenschap Gods door, waardoor Ilij zelf reglvaardig of heilig is en ons, zondige menschen, reglvaardig of heilig maakt. De oude Godgeleerden der Protestanten valten het in dezen zin op, dat Gods regtvaardigheid geopenbaard is in christus, dewijl de toorn Gods tegen de zonde zoo grool is, dat Hy die, liever dan ze ongestraft te laten blijven, aan zijnen eigenen Zoon met den bitteren kruisdood heeft gestraft. Sedert ruim eene halve eeuw is men begonnen Gods regtvaardigheid bij paulus op te valten als die gezindheid in God, waardoor Hij den zondaar vrijspreekt en begenadigt. — Laat ons onderzoeken, wat zij bij

(71) 1 Cor. XV: 28.