heul, om bun allen genadig ie z.ijn j" bet was, «opdat de volheid der Heidenen in het Godsrijk mogt ingaan en geheel Israël zalig worden" (17).
Opvoeding van alle menschen en dus van het geheele menschdom — dit was derhalve het groole werk van Gods liefde; opvoeding van allen, »opdat ze Hem mogten zoeken en vinden, die niet verre is van een iegelijk onzer (18), die wil, dat alle menschen behouden worden door tot kennis der waarheid te komen (19), die een Zaligmaker is, meest wel der geloovigen, maar ook van alle menschen:" eene uitspraak, welker diepe zin nog nooit regt in het licht is gesteld (20). De heerlijke naam van Zaligmaker, meest aan den Heer jezus Christus gegeven, wordt dus ook veel meer dan op deze eene plaats door paulus van God gebezigd (21). Meest evenwel noemt Hij God aller Vader en de menschen Gods kinderen, die echter eerst door chkistus lot de regie erkentenis en bewustheid van God als Vader en dus ook van zich zelve als kinderen Gods zijn gekomen (22), en die nu door dezen Vader worden opgevoed, om het volmaakte beeld van hunnen oudsten Broeder, zijnen Eerstgeborenen Zoon, gelijkvormig te worden (23).
(17) Bom. XI: 32, 25, 26. (18) lland. XVII: 26—28. (19) 1 Tim. II: -1. (20) 1 Tim. IV: 10.
(21) 1 Tim. 1:1. II: 3. Tit. 1:3. II: 10.
(22) Hom. VIII: 14—16. Gal. IV: 5, 6.
(23) Rom. VIII: 28—39. Vergelijk de heerlijke schildering, die ook of van mars of van een' lceiling van r.vvus is, Hcbr. XII ^