O. dat krachtens art. 110 van het Reglement op de Rechterlijke Organisatie de kennisneming van overtredingen, waarop geen zwaardere straf is gesteld dan ten arbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon van niet langer dan drie maanden, behoort tot de bevoegdheid van den politierechter;

O. dat de Landraad zich alzoo van de kennisneming en berechting van dit feit had behooren te onthouden;

O. ten aanzien van de overige aan beklaagde ten laste gelegde feiten, dat het wettig bewijs niet is geleverd dat beklaagde ze heeft gepleegd;

Gelet op de aangehaalde wetsbepalingen en op de artf. 290, 291, 298, 301 en 411 van het Reglement op de Strafvordering voor de Raden van Justitie op Java enz., zoomede op art. 2 van Staatsblad 1889 No. 149.

Rechtdoende :

Vernietigt het vonnis van den Landraad te Pasoeroean van 10 Augustus 1894 tegen den beklaagde Pak Salipah gewezen, voor zoover het aan revisie is onderworpen.

Verklaart die rechtbank onbevoegd om van het den beklaagde in de derde plaats ten laste gelegde feit kennis te nemen.

Verwijst de zaak, voor zoover dit feit betreft, naar den bevoegden rechter, zijnde de politierechter te Pasoeroean.

Verklaart overigens enz.

Raadkamer van 15 October 1894.

Voorzitter : als voren.

Art. 115 Strafw. v. Inl. — Desbewust gebruik maken

van een valsch geleidebillet.

Een geleidelillet tot verkoop van runderen is niet een authentiek getuiyschrift, maar een getuigschrift als bedoeld in art. 115 Strafw. v. Inlanders.

Het desbewust gebruik maken van zulk een valsch geleidebillet is bij geene wettelijke bejpaling strafbaar gesteld.