Art. 1385 B. W. — Berusting in betaling
aan een derde.
Door den eischer in het geding gebrachte in vorige processen gediend hebbende bescheiden, waaruit blijkt de erkenning dat de thans gevorderde huurpenningen, op eischers machtiging, door den huurder aan een derde zijn betaald, strekken in dit geding tot kwijting voor den gedaagde.
Eene in een vroeger geding tnssclien dezelfde partijen gevoerd aan den gedaagde beteekende procureurtacle, houdende dat hij van af zeker tijdstip de huurpenningen, in stede van aan dien derde, aan den eischer moet afdragen, stelt daar eene berusting in het afdragen dier penningen aan dien derde voor het bedoelde tijdstip.
De Chineesche vrouw Ong Kwie Nio, ook wel geschreven Ong Kwe Nio, weduwe van den kapitein titulair der Chineezen Oeij Tjong Piauw, wonende op het land Babakan onder Tangerang, appellante, comp. bij den adv. en proc.
Mr. J. E. Voute, contra
le. Den Chinees Ong Tian Soei, wonende op Tanah
Abang, nabij Batavia, en fe. Den kapitein der Chineezen Lim Thiang Seng, wonende op Tanah Abang. nabij Batavia, geintimeerden, eerstgenoemde comp. bij den adv. en proc. Mr. Th A. Euijs en laatstgenoemde defaillant.
HET HÖOG-GERECHTSHOF VAN NEDERLANÜSCH-IND1E,
Gehoord partijen;
Gezien de stukken;
Ten aanzien der daadzaken :
Overnemende liet exposé daarvan, vervat in het door den raad van justititie te Batavia op 3 October 1890 tussehen partijen gewezen vonnis, waarbij der eischeres hare vordering is ontzegd met veroordeeling van haar in de kosten van het geding;