Als zijn probleem, omdat de oplossing er van betekende een genezing van de vereenzaming, die dodelijk was, want
~een mens op die plaats moest een vereenzaamd wezen zijn, dat zocht naar geborgenheid in een groep, inschakeling in een verleden en een toekomst en in het bezit van een waardige identiteit."
Ik geloof, dat men deze uiteenzetting kan aanvaarden als juist. De levensgeschiedenis van vele Zionistische figuren levert het bewijs, in de eerste plaats die van Theodor Herzl. In ieder geval zij is diep doorvoeld en in de anders meestal streng zakelijke Swelheimiaanse stijl klinkt een medegevoel door, dat getuigt van een innig medeleven met een generatie, waarvan hij zelf een zeer verwante verre nazaat is. Zo zocht een kleine groep, een oplossing voor haar problemen, door deze centraal als nationaal probleem te stellen. Het Zionisme was geboren als een „vorm van Helde voor een onbekende". Hier doet een andere echt Swelheimse visie zijn intrede: de onkenbare natie!
Juist doordat wij ons geen objectief beeld konden vormen, van wat wij als natie opnieuw zouden zijn, was het ons mogelijk, om alles te zijn. Elk ideaalbeeld kon worden gehandhaafd, daar er geen correctie op bestond. En deze mogelijkheid vormde aldus Swelheim een belangrijk hulpmiddel voor de Beweging, die aldus het zo onontbeerlijke irrationele element aan het Zionisme .gchonk.
Echter zo gaat hij voort dit irrationele element te handhaven, ja met voorliefde te hanteren na de 15e Mei 1948 als dus het groepsconflict naar zijn opvatting is beëindigd dat is een verraad aan het analytisch denken, waardoor de Beweging groot was geworden. Dat is, alweer S., zich overgeven aan een puur nationalisme, aan een verheerlijking der ideologie, op het moment, dat de ideologie geliquideerd had moeten zijn. Want als een ten ondergang gedoemde groep ten slotte gered wordt, dan zullen de leden van de groep door hun redding een nieuwe visie op de wereld en hun eigen toestand krijgen. De wil tot continuering van de vroegere visie houdt een gevaar in, dat een vlucht uit de werkelijkheid betekent. (Men ziet deze drang tot continuering bij bepaalde illegale groepen, die als illegalen willen verder leven, terwijl de aanleiding der illegaliteit is opgeheven.) Wat heeft het Joodse Volk bereikt door het slagen van het Zionisme?
„Het verleden spreekt niet alleen meer als een felle aanklacht tegen de leiding van God en de mens, maar zijn schrille kleur heeft een verzoenende glans gekregen, waardoor wij dit verleden kunnen maken tot een deel van ons heden." Hierbij zij opgemerkt, dat voor de religieuze Jood dit verleden nimmer onderbroken is geweest, omdat hij Jeroeschalaim nimmer heeft verloren. Echter Swelheim in zijn hartstocht voor een strikt verantwoord wetenschappelijk betoog, houdt zich verre van alles wat mystiek en religie heet. Niet slechts ten opzichte van het verleden, maar ook
ten opzichte van de wereld, waarin wij leven is door de oprichting van de Staat een wijziging van ons probleem ingetreden. Wij mogen als Joden onze geestelijke oppositie tegenover deze wereld niet voortzetten, omdat voortaan deze wereld ook de onze is, omdat wij aan haar conflicten en haar dynamiek ons normaal deel hebben. Doch ook de verhouding, waarin wij tot ons zelf staan, is volledig anders geworden.
„De erkenning van een eenvoudige en onproblemaüsche zijns-toestand, die de mogelijkheid tot geluk in zich draagt", maakt ons tot andere mensen, tot mensen die in vrije keuze hun eigen lot bepalen".
In deze gedachtengang, die in zijn extremisme geen duimbreed wijkt van het ingenomen standpunt, is ook voor de waarnemingsmogelijkheid van het antisemitisme nauwelijks nog plaats. En indien de waarschuwings-verschijnselen van het antisemitisme niet meer, of in ieder geval anders, d.w.z. normaler worden waargenomen, dan is ook het verschijnsel zelf niet meer in staat ons geluksgevoel te verstoren. Men ziet, in welke verregaande mate Swelheim de nieuwe situatie laat ingrijpen in onze persoonlijkheid, ons bestaan en ons verleden. Een situatie, die volgens hem geen „verwerking" toelaat, die als Zionistische ideologie kan dienen.
Ik meen, dat de bovengeschetste gedachtenarchitectuur even eerlijk en rechtlijnig, als fanatiek eenzijdig is. Eenzijdig, vooral, om zijn restloos verwerken van het verschijnsel der Joodse Staat, terwijl het echter de vraag is, of deze Staat wel zo grondig de probleemstelling heeft opgeruimd als S. veronderstelt. 'y 1 y-v**-* y-i --
Zionisme is een vorm van nationalisme, het is de ideologie van het Joods nationalisme, dat tenslotte de Joodse Staat in het leven heeft geroepen. Een staat, die als de objectieve verschijningsvorm van onze ideologie zijn stadium van onkenbaarheid heeft verlaten en thans verkeert in de eerste fase van kenbaarwording. Het is echter een feit, dat nationalisme van welke aard ook in de wereld van thans steeds minder past. pit is trouwens herhaaldelijk ook in de J.W. betoogd, ik meen o.a. door de Bondsvoorzitter). Het nationalisme, en zeker het Westers nationalisme der kleine staten, waarvan het Joods Nationalisme belichaamd in de Staat Israël, als een variatie is te beschouwen, heeft zijn functie, als vorm van groepsbewustzijn grotendeels verloren en dreigt storend te gaan werken op de ontwikkeling van de moderne wereld. Swelheim spreekt van een ~nationalisme, dat thans een desintegrerend moment voorstelt . Vandaar, dat hij onderscheid maakt tussen nationalisme als de bron van psychische waarden, en een vaderland als maatschappelijke werkelijkheid, dat op materieel, militair en cultuurgebied een volslagen insufficiënte figuur is."
Kort gezegd, het begrip vaderland (staat) is een ouderwets begrip, dat gevaarlijk kan zijn. En zij, die de psychische waarden, die bij dit begrip behoren accentueren en op de voorgrond plaatsen, (chauvinisme, al of niet mystisch gekleurd) bewijzen, dat zij lijden aan een maatschappelijk aanpassingsstoornis. Het Zionisme mag dus, volgens S. volstrekt niet de kant van een
Zojuist verschenen: Siegfr. E. van Praag: JEZUS EN MENACHÉÉM . . . f 5.90 Voorhanden bij: Sluyser: DIE EN DIE ZIJN ER NOG ... ƒ 5.90 BOEKHANDEL ROBERT PREMSELA ■ Van Baerlestraat 78 Amsterdam . Telefoon 24266