punt bereikt in een zevenmaandsche gevangenschap te Khotan, welke Filchner zich trouwens min of meer zelf op de hals heeft gehaald, door zonder vergunning van de Chineesche regeering — ja zelfs tegen bepaaldelijk verbod — in de provincie Sin-Kiang door te dringen.
Een trouwe en goede hulp is hem den Duitscher, broeder Gervasius van de Steylersche missie geweest, die hem op nagenoeg zijn geheele reis tot in Britsch Indië heeft vergezeld.
Filchner geeft van zijn reis een sober, niet opgesmukt, goed geillustreerd en boeiend verhaal, dat een belangwekkend beeld ophangt van de ondervonden moeilijkheden, van de doorgetrokken streken en van de daar wonende volken. J. L.
Rectificatie. Naar aanleiding van de aankondiging der publicatie „Ethnographie der Kleine Soenda eilanden in beeld" in dit tijdschrift 1938, blz. 942, werd een schrijven ontvangen van P. Adolf Burger, Missiehuis Helvoirt Noordbrabant. Hieruit blijkt, dat de schrijfwijze ngadoe door Rouffaer gebezigd voor de bekende offerpalen op Flores juist is. De spelling nadoe in enkele artikelen van P. Arndt en P. J. Bouma in de „Katholieke Missiën" van 1930 en 1929 schijnt op een misverstand bij de transcriptie te berusten. Met dank aan P. Adolf Burger voor de gegeven inlichtingen zij deze vergissing hiermede hersteld.
OVERZICHT VAN GEOLOGISCHE PUBLICATIES
OVER NEDERLAND EN KOLONIËN
(Samengesteld door een Commissie uit het Geologisch-Mijnbouwkundig Genootschap)
Geologische kaart van Nederland. Blad Heerenveen (11 II). Opname Rijks Geologische Dienst (Geol. Stichting). Schaal 1 : 50.000. Verschenen 1938.
De geologische verkenning werd verricht door dr. Steenhuis. Bovengenoemd kwartblad omvat het gebied van Drachten, Haulerwijk, Zevenhuizen en Marum, dus een deel van Groningen, Drente en Friesland, voornamelijk van laatstgenoemde provincie. De kwartbladen I en III zijn reeds in 1937 verschenen. Behalve op de plaatsen waar veen aanwezig is en zandstuivingen (Bakkeveenster duinen en die bij de Eener schans of Zwartendijksche schans) treedt alleen Pleistoceen aan den dag. Ten deele is het veen afgegraven, zooals bij Drachten, Haulerwijk en Zevenhuizen. Voor zoover na te gaan is, heeft het echter niet een groote dikte bereikt, zooals in het Oosten van Drente. Deels is het direct ontgonnen als bouwland en weiland langs stroompjes. Van het Pleistoceen is de grondmoraine overal onder een meer of minder