Geuns vaii Leeuwarden, met eene rede over 2 Kor. VII: 2a: Geeft ons plaats! Des namiddags aanvaardde hij liet leeraarsambt predikende over 1 Thess. III: 11—13: Bock onze God en Vader zelf \ en onze Heer Jezus Christus, rigte onzen weg tot u. En de Heer vermeerdere u, en make u overvloedig in de liefde legen elkander en tegen allen, gelijk wij ook zijn tegen u; opdat hij uwe harten versterke, om onberispelijk te zijn in heiligmaking, voor onzen God en Vader in de toekomst onzes Iieeren Jezus Christus, met al zijne heiligen! — Voor beide plegtigheden was bet kerkgebouw der hervormde gemeente welwillend afgestaan.

BOTTEVALLE en WITTEVEEN. Den 22«ton pebru. arij 1863 zeide Ds. B. Cuperus, na kortstondig verblijf in de gemeente, haar vaarwel, predikende over 1 Petri. V: 10 en 11: Be God van alle genade, die ons geroepen heeft tot zijne eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat 7vij een weinig tijds zullen geleden hebben; dezelve volmake, bevestige, versterke en fondere u lieden! Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuivigheid, Amen! — De plaats, die hij ledig liet, werd reeds den lsten November deszelfden jaars weder vervuld, toen de proponent H. C. Hofkes, na door Ds. C. Cardinaal van Almelo aan de gemeente te zijn voorgesteld met de woorden: o Timotheus! bewaar het pad u toebetrouwd! (i Tim. VI: 20°) zijne intrede hield over Joh. IV: 23, 24: Maar het uur komt, en is nu, wanneer de ware aanbidders den Vader aanbidden zullen in geest en waarheid: want de Vader zoekt ook al zulken die hem, alzoo aanbidden. God is een geest en die hem aanbidden moeten hem aanbidden in geest en waarheid.