DE DWERG-PAPOEA'S IN ZUIDWEST NIEUW-

GUINEE

DOOR

Dr H. J. T. BIJLMER

(Met één schetskaartje en één figuur)

Dank zij het ijverig streven en doortastend optreden van den pastoor van Oeta, den heer H. Tillemans, kunnen aan het verslag van onzen Mimika-tocht*) eenige zeer belangrijke gegevens worden toegevoegd. Dat dezen pastoor het pioniersbloed door de aderen vloeit, was reeds gebleken, toen hij indertijd, op mijn onverwacht bericht dat ik na de ontmoeting met vijf Wollaston's „Tapiro-pygmies" van de boven-Mimika was teruggekeerd, met de bedoeling een poging te doen om de door hem gesignaleerde berg-Papoea's aan de boven-Poronggo te bezoeken, zijn werk in den steek liet, zijn maaltijd liet staan en aan één stuk doorreisde tot hij 'savonds om tien uur voor mij stond! De vijfdaagsche voetreis in het bergachtige terrein achter Poronggo was de eerste van dien aard, die hij maakte; in zulk gebied zijn immers geen kampongs. Maar, al vonden wij de menschen die wij zochten niet, de tocht zou toch vruchten dragen, want voor den pastoor was de reis niet tevergeefs. Dat bewees de aanhei van zijn brief van 27 Januari jl.: „En toch is het er van gekomen!". Immers, den 2osten Januari bereikte pastoor Tillemans de bergkampong boven Poronggo in één prauwdag en twee zware marschdagen, en uit zijn verhaal is meteen duidelijk, dat onze patrouille er nooit gekomen zou zijn aangezien onze gidsen ons aan de verkeerde zijde der rivier in een wirwar van bergen en dalen hadden gezonden.

We hadden het toen niet getroffen; den i6den November kozen we met onze prauwen te Poronggo zee om, met 100 km zoutwater voor den boeg en slechts wispelturige Papoea's als motoren, te pogen den i8den te Atoeka de boot te halen, die ons naar Ambon terug zou voeren. Dienzelfden avond van 16 November bezochten de bergpapoea's Poronggo! De goeroe deed prompt zijn plicht; hij liet de lieden op den terugweg naar hun kampong begeleiden en zoo werd de weg bekend. De kustbewoners durfden dit niet te weigeren, blijkbaar van meening, dat ons slecht humeur bij het vertrek niet veel goeds voorspelde. De pastoor en luitenant van

1) Een kort uittreksel uit dit verslag werd opgenomen in de vorige aflevering van dit tijdschrift, (blz. 629—632).