Inderdaad is de wijze, waarop dit moet geschieden, geen waterbouwkundig, doch een biologisch probleem, dat eerst door een jarenlang onderzoek vanuit een biologisch kuststation volkomen kan worden opgelost. De deplorabele toestand, waarin groote gedeelten van onze duinen zich bevinden, de geweldige kustverliezen, die geleden zijn, zijn de stille getuigen voor de stelling, dat men feitelijk met een dergelijk onderzoek op vele punten te laat is.

Met Holkema zou ik dit voorloopige verslag van een studie over de duinen der Noordzeeeilanden dan ook willen aandienen als „een onrijpe vrucht, geplukt op een overigens vruchtbare akker".