welke kosten bovendien nog een snelle verhooging ondergaan in het daarop volgende tijdvak van twee weken, waarin verschepingen mogelijk kunnen zijn.

Van de bovenbedoelde lading zijn de hoogere kosten door de Regeering gedragen, doch men neemt in Canada aan, dat voortzetting van deze proeven over een tijdvak van meerdere jaren noodig zal zijn, om de verzekeringsmaatschappijen te overtuigen dat het risico, aan deze reizen verbonden, niet zoo groot is als nu wordt aangenomen. Ook is men van meening, dat de beteekenis van deze nieuwe verbinding grooter zal blijken te zijn voor den handel in vee dan voor het tarwevervoer, daar vooral het vee veel te lijden heeft van een langdurige treinreis en daardoor in waarde achteruitgaat.

Het einde van de republiek Tule. — De Regeering van Panama schijnt er in geslaagd te zijn — aldus een bericht in Peterm. Mitt. 1931, Heft 11—12 ■— haar souvereiniteit over het Indianen-republiekje Tule wederom te vestigen.

Dit staatje, gelegen aan de kust van Caraïbische Zee binnen het gebied van Panama, heeft een oppervlakte van 1730 km3. Het aantal bewoners van de eilanden, welke er toe behooren, bedraagt 20.100; dat van de op het vasteland wonende Indianen is onbekend. De hoofdplaats Puturgandi (Ustüpu) heeft 1500 inwoners.

Omtrent deze Indianenrepubliek deelt Karl Sapper in de Koloniale Rundschau (1931, Heft 7 — 8) enkele bijzonderheden mede in zijn artikel „Indianerstatchen in Mittelamerika", dat in zeer beknopten vorm een beschrijving geeft van den strijd, die door verschillende Indianenstammen, in het bijzonder door de Maya's, voor het behoud van hun onafhankelijkheid is gevoerd.

Behalve in Yucatan, Guatemala en elders, waren ook in het uiterste Zuiden van Middel-Amerika van oudsher groote gebieden, die voor de vestiging van mestiezen en blanken gesloten bleven. De hier wonende Cuna-Cuna-Indianen wilden nl. wel handel drijven met vreemde schepen, maar stonden overigens volstrekt afwijzend tegenover elke toenadering en hielden op deze wijze de blanken uit hun land.

Bij de afscheiding in 1903 van de nieuwe republiek Panama bleef de bevolking van het gebied, gelegen op het naar den Atlantischen Oceaan afhellende gedeelte der landengte, met de hoofdplaats San Bias, trouw aan de republiek Columbia, tot het ten slotte aan de verstandige en tegemoetkomende politiek van den President van Panama, Dr. Porras, gelukte, de Indianen van dit gebied onder bepaalde voorwaarden bij de republiek in te deelen. Zij wisten daarbij echter gedaan te krijgen, dat verschillende afzonderlijke regelingen voor hen werden gemaakt. Zoo stonden zij bv. wel toe, dat er scholen werden opgericht, maar alleen onder voorwaarde, dat daaraan slechts onderwijzeressen en geen onderwijzers verbonden zouden worden.