dingsvermogen. Onder hare producten zijn er dan ook, die, beoordeeld naar den tijd van hun ontstaan, moeten worden aangemerkt als Meesterwerken, die onder de cultuuruitingen dier lang vervlogen millennia eene eereplaats innemen.
Wie waren de voortbrengers dezer oudste kunst? Wat bracht hen tot hunne allereerste kunstuitingen? Waardoor werd deze kunst geinspireerd? Wat leert zij ons omtrent de psychische geaardheid der toenmalige menschheid? Is zij met hare scheppers voor goed verdwenen of komt zij in latere perioden in een of anderen vorm tot wedergeboorte?
Ziehier enkele vragen, die zich aan ons opdringen, wanneer wij deze kunst leeren kennen en ... bewonderen !
De Wetenschap, zich bewust van de samengesteldheid onzer Westersche cultuur wendt zich, om deze — en met haar één harer merkwaardigste verschijnselen als de Kunst — te kunnen verstaan, ook tot de oudste beschavingen. Bij voorkeur tot die, welker dragers ons als ras en geestelijk het dichtst staan; evenzoo tot die, waarmede wij in langdurig contact hebben verkeerd. Daartoe moeten hare opsporingen verder teruggaan dan tot het begin der geschreven Geschiedenis: „De Weg der Menschheid" ligt immers goeddeels op praehistorisch terrein. Inderdaad, het is mede van het praehistorisch onderzoek, dat wij het licht mogen verwachten, dat het duister om menig probleem onzer cultuur verdrijven zal.
Mogen de in onderstaand Programma vermelde voordrachten ons o. m. de beteekenis van dit onderzoek ten volle doen inzien.
Programma.
Maandagavond 1 Februari 1932:
8 10 uur Prof. Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan: De palaeolitische Kunst
van West- en Midden Europa.
Dinsdagavond 2 Februari:
8—10 uur Prof. Dr. F. M. Th. Böhl: Kunst en beschaving der oude Soemeriürs.
Woensdagavond 3 Februari:
8—10 uur Dr. G. van Hoorn: Praehellee7ische Kunst.
Donderdagavond 4 Februari:
8—10 uur Prof. Dr. D. Cohen: Het praehistorische Egypte.
Vrijdagavond 5 Februari:
8—IO uur Prof. Dr. K. H. Bouman: De praehistorische Kunst a/s psychologisch probleem.
De Voordrachten zijn kosteloos opengesteld voor Leden van het Bureau ; van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap; der Vereeniging voor klassieke lezingen en der Vereeniging tot bevordering der kennis van de antieke beschaving, na vertoon van hun bewijs van lidmaatschap.
Voor studenten a /1.50 en voor andere belangstellenden a /3.— zijn toegangskaarten verkrijgbaar respectievelijk bij den Pedel der Universiteit