van het Rijksmuseum van Geologie en Mineralogie en Ph. H. Kuenen ii de daarop volgende als docent.

Deel I omvat de palaeontologie en stratigraphie van Ned. Oost-Indië

Hierin komen de volgende bijdragen voor:

Yabe, H. en Hansawa, S. — Palaeozoic and Mesozoic foraminefera.

Umbgrove, J. H. F. — Tertiary foraminifer.

Tan Sin Hok. — Discoasteridae, Coccolithidae and Radiolaria.

Gerth, H. — Porifera.

Stromer von Reichenbach, E. — Vermes.

Straelen, V. van — Arthropoda.

Krijnen, W. F. ■— Palaeozoic and Mesozoic Gastropoda, Lamellibran chiata and Scaphopoda.

Vlerk, I. M. van der — Caenozoic Amphineura, Gastropoda, Lamelli branchiata, and Scaphopoda.

Kruizinga, P. — Cephalopoda.

Martin, R. — Bryozoa.

Pannekoek, A. J. — Brachiopoda.

Wanner, J. — Echinodermata.

Beaufort, L. F. de — Pisces, Reptilia and Aves.

Maarel, F. H. van der — Mammalia.

Posthumus, O. — Plantae.

Brouwer, H. A. — Paleozoic.

Wanner, J. — Mesozoicum.

Leupold, W. and Vlerk, M. van der — Tertiary.

De bijdragen i—16 sommen de uit Ned. O. Indië bekend geworden fossielen op met de literatuur en de eilanden van waar deze vermeld zijn, In een overzicht wordt telkens gewezen op de gidsfossielen. N°. 17 vermeldt de belangrijkste vindplaatsen en 18—20 geven een overzicht van de stratigrafische resultaten. Deel 2 behelst de palaeontologie en geologie van N. W. Indië en daarin behandelt:

Rutten, L. M. R. — Our palaeontological knowledge of the Netherlands West Indies, terwijl een overzicht van de geologie der verschillende eilanden en Suriname wordt gegeven in de volgende:

Mollengraaff, G. J. H. — Curagao.

IJzerman, R. — Surinam.

Pijpers, P. J. — Bonaire.

Westermann, J. H. — Aruba.

Molengraaff, G. A. F. — Saba, St. Eustatius (Statia) and S. Martin.

Deze feestbundel verschilt belangrijk van de meeste andere die toch gewoonlijk bijdragen bevatten, welke geen of weinig verband met elkaar hebben, terwijl deze in den grond van de zaak alle onderdeelen van één onderwerp vormen. Dit standaardwerk is een mijlpaal voor onze kennis van geologie en palaeontologie van Ned. Oost- en West-Indië en zal naar wij hopen ons bij de verdere bestudeering van groot nut zijn. Moge het ook den jubilaris nog veel en lang genoegen bieden. Kr.