OVERZICHT VAN GEOLOGISCHE PUBLICATIES
over nederland en koloniën.
(Samengesteld door een Commissie uit het Geologisch-Mijnbouwkundig Genootschap)
Zwierzycki, J. Geologische overzichtskaart van den Nederlandsch-Indischen Archipel. Schaal 1 : 1.000.000. Toelichting bij blad XX (Aroe-, Kei- en Tenimber-eilanden). Jaarb. v. h. Mijnwezen in Ned. Indië, 56 Jrg. 1927. Verhandelingen. Eerste Gedeelte p. 309—335.
Hoewel van de geologie dezer meest oostelijk gelegen Molukken-eilanden heel weinig bekend is, werd toch besloten om dit blad uit te geven, aangezien niet te verwachten is, dat er in de eerstvolgende jaren nog onderzoekingen zullen worden ingesteld.
Het door de Bataafsche Petroleum Maatschappij in de jaren 1922— 1925 op de Kei- en Tenimber-eilanden verrichte onderzoek schijnt economisch geen resultaat opgeleverd te hebben. Wetenschappelijke uitkomsten daarover ontbreken echter.
Tectonisch zijn de Aroe-eilanden geheel verschillend van de Kei- en Tenimber-eilanden, want eerstgenoemde behooren nog tot het stabiele Sahoelplat, de andere tot een intensief geplooid gebied. In tegenstelling met vroegere meeningen dat de Aroe-eilanden uit opgeheven koraalkalken zouden bestaan, is men thans van meening dat subrecente koraalkalken vrijwel ontbreken en dat eerder neogeene kalkzandsteenen en zandige kalksteenen aan den opbouw deelgenomen hebben. Ook draagt het geheele eiland eerder de kenmerken van daling dan van rijzing. Eigenaardig zijn de smalle op rivieren gelijkende zee-armen die de eilanden scheiden. Zijn het breuken of ondergeloopen rivierdalen ? Schrijver helt tot de laatstgenoemde veronderstelling over.
De Kei-eilanden liggen met de Tenimber-eilanden op den Banda-boog. Ze zijn van het Sahoelshelf door een 3000 m. diepen trog gescheiden. Nieuwere gegevens omtrent de zeediepten kunnen van de Snellius-expeditie verwacht worden. Op het hoofdeiland Noehoejoet der Kei-eilanden loopen N. VV.—Z. O. gerichte bergruggen met 7 a 800 m. hooge toppen. Geologisch kan men onderscheiden geplooid oud tertiair, discordant daarop horizontaal jong tertiair en kwartair opgeheven strandterrassen (5).
In de drie westelijke eilandengroepen schijnen ook kristallijne gesteenten ontbloot te zijn, door een neogeene transgressie bedekt en fraaie koraalterrassen ingesloten tot 370 m. b. z.