opvallen, dat de numerieke gegevens op blz. 896 van dit art. en die op blz. 6 van het jaarverslag nogal verschillen. Eensdeels is dit een gevolg van verschil in appreciatie der waarde van diverse kaarten (b. v. in S. E. Borneo); anderzijds heeft ref. de jaarcijfers als grondslag genomen, terwijl de T. D. de totale oppervlakten blijkbaar opnieuw berekend heeft (de jaarcijfers der brigades zijn als regel aan den lagen kant). Java -fMadoera, dat altijd voor ± 131.000 km2 te boek stond, meet thans 132.270 km2 (met inbegrip van Kangean en Bawean?). Er zijn echter ook onverklaarbare verschillen. Voor de KI. Soenda-eil. wordt in de jaarversl. 1921 t/m '29 als gemeten opgegeven totaal 11431 km2; de staat op blz. 6 geeft 38580 km2. Dit verschil is wel wat te groot, om geweten te kunnen worden aan te voorzichtige raming der jaarcijfers! Is misschien bij vergissing Flores meegerekend, hoewel dit eiland op de bijbehoorende kaart (evenals op die van ref.) onder „verkenningskaarten" is gebracht? Als men rectificaties aanbrengt voor het verschil in appreciatie en voor de KI. Soenda-eil. 17000 km2 aftrekt, komt ook de opgave van den T. D. uit op rond 700.000 km2.

Ten slotte nog de opmerking, dat op de kaart de vlakte van Sumatra niet de kleur heeft van „top. kaarten op astron. grondslag", doch van normale top. kaarten.

Van de triangulatie valt te vermelden, dat de controle der pilaren op Sum. Westkust geen reden geeft om verplaatsing daarvan aan te nemen, zoodat nu de basis van Padang ingeschakeld kon worden en de (practische) vereffening van het geheele net van Sumatra kan worden verricht. Voor zuiver wetenschappelijke vereffening is de tijd nog niet gekomen. E. e. a. wordt door J. H. G. Schepers uiteengezet in een tweetal artikelen (Onderzoek naar den invloed der aardbeving van 1926 op eenige primaire punten ter Sumatra's Westkust en: Kritisch onderzoek van het primaire driehoeksnet van Sumatra ter vaststelling van het plan voor de vereffening van dit net) op de grondige en duidelijke wijze, die wij van hem gewoon zijn. (Mijn eenig bezwaar tegen zijn arbeid op dit gebied is, dat hij de titels van zijn artikelen altijd zoo wanhopig lang maakt!) Hij komt o. a. tot de slotsom, dat het net voldoet aan de eischen, die in Bulletin géodésique N°. 24 2ijn voorgesteld als de „normale eischen".

De topografische kaarteering leverde 17000 km2 op, terwijl op Java 6000 km2 werden herzien. Bijzonderheden deden zich hierbij niet voor. Van de overzichtskaarten, die in bewerking zijn, verschenen de bladen 9, 17, 14/18 en 19/28 der 25o.oooste kaart van Sumatra.

De bijdragen van gemengden aard bevatten, behalve de beide reeds genoemde art. van Schepers, eene levensbeschrijving van den oud-topograaf A. Voorsluys van Elk door L. F. v. Gent, terwijl K. Gsöllpointner e. e. a. mededeelt over de inrichting van het internationale breedtestation Batavia. A. Kint geeft ten slotte de resultaten van: De luchtfotogrammetrische proefkaarteering van een complex vischvijvers nabij Sidajoe. De slotsom is, dat landrentekaarteering van vlakke streken (groot opgezet) thans zal