punten uit, maar veelal leidde hun weg hen niet tot aan de oevers zelf. De reis werd zeer bemoeielijkt door de wilde natuur van de streek, die zeer bergachtig is (de voornaamste bergketen lag ten westen van den weg), en er viel voortdurend sneeuw, maar Courtellemont kon zijn opnemingen toch onafgebroken voortzetten. De rivier stroomt in canons met zeer steile wanden, zij heeft zich diep in de kalkformatie ingegraven, maar Courtellemont meent toch vulkanische krachten te hulp te moeten roepen om te verklaren dat de rivier zich door de bergketenen heen baan heeft kunnen breken.
De moteorologische resultaten der Belgica-expeditie. Hierover heeft Arctowski (Meteor. Zeitschrift 1904) een voorloopig bericht gegeven, waaraan het volgende ontleend is.
Luchtdruk. De absolute uitersten van den luchtdruk waren 772 m.M. op 11 Juni 1898 en 711 m.M. op 2 Maart 1899, de absolute schommeling 60 m. M. De hoogste barometerstanden traden in het algemeen bij een Z. W.—N. N. W. windrichting op, de laagste bij een N.—N. O., O. en Z. Z. W. richting, hoewel tamelijk onregelmatig. De dagelijksche gang van den luchtdruk bereikte zijn maximum op den middag, zijn minimum in den nacht.
Temperatuur. De absolute temperatuuruitersten waren —43.1° op den 8sten September 1898 en 2:5° op 27 December 1898. De veranderlijkheid der temperatuur was zeer groot, n. 1. 9.8° voor het winterhalfjaar, doch vooral was de veranderlijkheid van dag tot dag buitengewoon. Het is vooral dit laatste, waardoor een verblijf in de Zuidpoolstreken zoo buitengewoon bemoeilijkt wordt. Deze laatste veranderlijkheid bedroeg voor December 1.20 Maart 2.7 Juni 5.4 September 4.7 Januari 0.8 April 4.7 Juli 4.6 October 2.4 Februari 1.2 Mei 4.1 Augustus 5.3 November 2.1 Zomer 1.1 Herfst 3 8 Winter 5.1 Lente 3.1 Gemiddeld per jaar 3.3 De veranderlijkheid der temperatuur in den winter met 5.1° is de grootste bekende veranderlijkheid der geheele aarde, wat voornl. veroorzaakt wordt door het veelvuldig voorkomen van barometrische depressies.
De koudste wind is de Z., (gemiddelde temp. —16.60), de warmste de N- (—4°). De overheerschende windrichting was W. en O. de windsterkte vrij groot met een max. van 25 M. per seconde op 15 Sept. '98.
Bewolking. De dagelijksche gang van de bewolking had weinig karakteristieks ; het max. trad s middags, het min. 's avonds op.
Het verband tusschen de bewolkingsgraad en de windrichting was zeer duidelijk: de N. W. winden vermeerderden de bewolking, de Z. W. verminderden ze. Als de voornaamste wolkvorm trad de laagwolk op.