Nu is de verwarming tot kookhitte een zeer gebruikelijk middel om verschillende soorten caoutchouc-houdend melksap gestold te krijgen. Bij het stollen zou nu het eiwit uit het melksap een rol spelen. Dit zou coaguleeren en de caoutchouc bolletjes mechanisch met zich medevoeren.
Voorts vond Weber, dat de bolletjes bestaan uit een olieachtige massa omgeven door een vliesje eiwit. Door behandeling met aether, waarin caoutchouc niet oplosbaar is, verkreeg hij eene heldere oplossing, die na verdamping 28°/u eener olieachtige massa terugliet, welke aan 't licht blootgesteld, na ongeveer 2 uren vast werd en in dezen toestand alle eigenschappen vertoonde van caoutchouc.
Weber kwam nu tot de gevolgtrekking, dat caoutchouc niet als zoodanig in het melksap voorkomt, doch als eene emulsievormende olieachtige substantie, welke eerst na polymerisatie het eigenlijke caoutchouc oplevert. Die olieachtige stof is vermoedelijk een koolwaterstot uit de groep der terpenen van de formule C20 H3J.
Dr. Tromp de Haas en Dr. de Jong hebben met het melksap van Castilloa, Webers onderzoekingen herhaald en zijn daarbij tot geheel andere uitkomsten gekomen. In tegenstelling met Weber vonden zij: iste dat de stolling van het melksap niet wordt teweeggebracht door coagulatie van eiwitstoffen en 2de dat het caoutchouc als zoodanig in het melksap aanwezig is.
Voorts is het Dr. de Jong mogen gelukken de oorzaak te vinden, waardoor de coagulatie van het caoutchouc-houdend melksap wordt tegengegaan.
In een volgend artikel zal hierover uitvoeriger worden bericht en zullen dan tevens de resultaten worden meegedeeld van een onderzoek naar de verdeeling der harsachtige stoffen in het melksap, wier aanwezigheid in het caoutchouc van groot nadeel is.
Aan het slot van zijn artikel wijst de schrijver er op, dat tot heden nog geen nauwkeurig overzicht is verkregen, omtrent de verspreiding der caoutchouc-houdende elementen in de verschillende planten, een overzicht, dat nochtans van groot belang zou zijn omdat het zou leeren, hoe elk der caoutchouc-leverende boomen moet worden behandeld om daaruit op de voordeeligste wijze het melksap te winnen.
Burck.
A. von Bockelmann. Wirtschaftsgeographie von Niederlandiseh Ostindien (Angewandte Geographie, Redaktion Karl Dove, Serie II, Heft 2), Halle, 1904; 89 blz., 1 Mk. 50.
Hoe uitgebreid de wetenschappelijke en populair-wetenschappelijke litteratuur over onze Oost ook is, boekjes als dit zijn daarin zeldzaam,