C. OOST-INDISCHE ARCHIPEL.

F. A. von Stürler, De bouwgrond en het klimaat in N. O. Indië. Tijdschrift Cultura, i6de Jaargang 1904, Nos 191, 192, 193 en 195.

In dit artikel worden achtereenvolgens besproken: het ontstaan van den bouwgrond (verweeringsgrond, humus-, veen-, moeras- en koraalgrond); de grondsoorten (klei, zand, humus, veen en kalkgronden); de gronden met betrekking tot den aard der plantenbekleeding (woeste en cultuurgronden) en hunne samenstelling, gesteldheid en eigenschappen, terwijl er tevens een paar hoofdstukken zijn gewijd aan den invloed van 't klimaat op den plantengroei en de kenmerkende eigenschappen van 't klimaat in N. O. Indië.

De Indische bouwgronden zijn voor verreweg het grootste deel ontstaan uit rotsmassa's, welke in den loop der tijden uiteengevallen en zoodanig veranderd zijn, dat zij voor de cultuur geschikt zijn geworden.

Bij het uiteenvallen dier rotsmassa's en het ontstaan der bouwgronden hieruit, spelen de verweering en het water eene hoogstbelangrijke rol. Doch ook vele bouwgronden hebben hun ontstaan te danken aan de vulkanen. De verweering, die het gevolg is van de inwerking van vocht en lucht en temperatuurswisseling, alsmede van de vegetatie doet de zoogenaamde oorspronkelijke verweeringsgronden ontstaan, die naar hunne samenstelling onderscheiden worden in kleigronden en kalkachtige kleigronden. Het water daarentegen is de oorzaak van het ontstaan van de zoogenaamde verplaatste verweeringsgronden wegens afspoeling van den verweerden grond langs de berghellingen. Naar mate van de wijze waarop het meegevoerde wordt afgezet, of bijv. de bezinking plaats heeft bij onvolkomen of volkomen rust, ontstaan de grof- en de fijnzandige gronden, de zandbanken, zeestranden en verplaatste kleigronden.

Maar ook de vulkanen brengen veel toe tot het ontstaan van bouwgronden te meer, daar in Indië de uitgeworpen stoffen bestaan uit asch, puimsteen, zand, modder en steenen en in veel geringeren mate uit lava. Asch en zand zijn vooral van beteekenis tot wijziging der structuur van de te dichte kleigronden. Humus, ontstaan uit plantendeelen bij voldoende toetreding van de lucht, komt in de Indische bouwgronden in zeer afwisselende hoeveelheden voor, doch van eigenlijke hunusgronden, welke tot een vrij aanzienlijke diepte uit zwarte aarde bestaan en in andere landen van de aarde worden aangetroffen is op Java, Sumatra en vermoedelijk evenmin op de andere eilanden van den Archipel, naar schrijvers meening, geen sprake.