LITTERATUUR.
A. ALGEMEENE AARDRIJKSKUNDE.
Dr. W. Foy. Sehemelartige Kokosnuszschaber. (Mitteilungen dei Anthropol. Gesellsch. in Wien, 34ste Band, 1904).
Dit artikel is gewijd aan het voorkomen van de klapperrasp en S. bespreekt achtereenvolgens de plaatsen waar ze voorkomt, de verschillende vormen, het gebruik er van en tracht ten slotte de vraag te beantwoorden, waarom dit werktuig zoo zeer verspreid voorkomt. De klapperrasp wordt dan gevonden in gedeelten van Afrika, Azie, Indonesie (o. a. Sumatra, Java, Timor, Borneo, Celebes), Mikronesie, Polynesië en Melanesië (o. a. Holl. Nieuw-Guinea).
Zeer nauwkeurig, met aanhaling van veel bronnen, worden de verschillende vormen besproken en circa 50 afbeeldingen gegeven, welke duidelijk de drie door S. gemaakte hoofdtypen doen uitkomen, (plank-, bank- en springplankvormige).
Aan de hand van de aan het artikel toegevoegde geschiedenis van dit werktuig wordt dan de vraag besproken, welke van groot anthropologisch belang is. Hoe komt het, dat een werktuig zoo zeer verspreid is over een groot deel der aarde? S. zoekt de oorzaak hiervan in de verspreiding der Maleisch-Polynesische volksstammen, waar de klapperrasp oorspronkelijk voorkwam, terwijl ze bij de Melanesiers niet voorkwam. Verder leidt S. af uit zijn gegevens, dat deze verspreiding over Oceanië plaats heeft gehad van uit Azie. De vraag of de kokospalm oorspronkelijk eene Amerikaansche of een in Amerika ingevoerde plant is (hoe dan ook) acht hij voor deze zaak niet van groot belang, al hangen deze vragen
er nauw mede samen.
Waarom op Madagaskar, welks bevolking vrij algemeen wordt aangenomen te zijn van Maleischen oorsprong, het werktuig niet wordt gevonden, kan op twee wijzen worden beantwoord. Namelijk öf de rasp kwam in gebruik na de verhuizing van Maleiers öf de kokospalm op Madagaskar wordt voor andere doeleinden gebruikt.
Het geheele artikel maakt den indruk van een degelijk navorschen dezer zaak in al zijn onderdeelen.
Dr. H. H. van Eyk.