horizontaal voordoet, iets oploopend naar het zuidwesten, is bezuiden de monding van genoemd riviertje aan de kust van de straat Kararaboe gelegen.

Vóór de baaien aan de westkust van Nieuw-Guinea benoorden de Maccluer-golf, liggen vele ondiepten, die voor de „Pionier" alleen met hoogwater en kalme zee zijn te passeeren.

Dat was het geval in het midden van October, zoodat wij den i^den dier maand de Kaiboes-baai (Faiboes-baai) konden binnenkomen.

De bevolking dezer slechts door enkele Oninsche (Onin, westelijk van Fakfak) handelaars bezochte streek is nog zeer schuw en woont in het bosch. De handelaars zijn gewoon door een geweerschot van hun komst kennis te geven. Dan komen de bewoners naar de kust, om voor sagoe en slaven, kapmessen en kleedingstukken in te ruilen.

Aan de monding der Konda-rivier gekomen pasten wij hetzelfde signaal toe, maar zonder het gewenschte gevolg. Verder opvarende troffen wij aan den mond der Timnaboean inenschen aan, waaronder iemand die vroeger te Roembati (ten noordwesten van Fakfak aan de baai van Tawar) was geweest, Oninsch sprak er zijn makkers tot toenadering overhaalde. Hij bracht mij zelfs naar het meest nabij zijnde huis in het gebergte, op een plaats die mijn gidsen nog niet hadden bezocht.

Wij moesten daartoe de rivier overtrekken, die iets hoogerop een waterval vormt, over een drempel, welke naar het scheen uit één stuk half versteende klei bestaat. Benedenwaarts valt de rivier met een grooteren val in een uitlooper van de baai.

De bewoners, die zich zeer vriendschappelijk toonden, droegen veel sieraden, waaronder armbanden van de staartwervels van een koeskoes gemaakt en hadden niet alleen het tusschenschot van den neus, maar ook de beide vleugels doorboord. Eigenaardig was een soort harnachement van gevlochten rotanbanden dat zij over borst en rug droegen.

Voorouderbeeldjes zag ik bij hen niet; hun dooden begraven zij in hurkende houding met het hoofd boven aarde.

Zij hebben geen zeewaardige prauwen en zijn dus voor het bekomen van artikelen van buiten afhankelijk van de weinige handelaars die hen bezoeken en hunne waren zeer op prijs houden.

Zuidelijk van de Kaiboes-baai, niet ver benoorden kaap Sabra ligt Bira dat uit 14 kampongs bestaat, alle gelegen aan zijtakken van de Sigaroi-rivier, die geen zoet water hebben. De huizen zijn alle gebouwd op zeer hooge palen boven moddervlakten, waarvan men de rizophoren heeft weggekapt; in die moerasstreken wemelt het van muskieten en agas ').

0 ^ hegjes, met giooter dan een speldenknop en waarvan de steek een heftig brandend gevoel veroorzaakt.