werpen, evenals de haarkammen, door de Boschnegers dikwijls alleen tot tijdpasseering worden vervaardigd en gaarne aan de leden van het zwakke geslacht aangeboden als een bewijs van waardeering, en om blijk te geven van de bedrevenheid van den maker.

Er zal hier niet omstandig worden ingegaan op de wijze van vervaardiging van de besproken houtsneewerk-figuren, waarvan de door de expeditieleden genomen afdrukken op de bijgaande platen verkleind zijn weergegeven. Kort kan worden opgemerkt dat gewoonlijk als grondstof dienen ceder- en parel-hout (Cedrela odorata en Angidosperma excelsa), dat de Boschnegers het hout bewerken met bijlen, houwers (kapmes) en zakmessen, die zij in de winkels in de beschaafde streken van de kolonie koopen, terwijl de koperen spijkertjes, waarmede het houtwerk dikwijls wordt beslagen, eveneens in de winkels worden aangeschaft.

Wat de ornamenten aangaat, moet in het oog worden gehouden dat deze door den vervaardiger zelf worden bedacht; het slaafs navolgen van een model of patroon, hetgeen in de beschaafde wereld zoo dikwijls geschiedt, zou een Boschneger beneden zich achten. Al is evenwel het ornament bij een ieder verschillend, zoo kan toch zeer goed overeenkomst in de opvatting bij den stam in het algemeen worden aangetoond, en alleen uit het karakter der ornamenten kan reeds worden bepaald of de vervaardiger behoort tot de Boschnegers aan de Marowijne, of tot de Boschnegerstammen aan de Boven-Suriname.

Omtrent den aard der voorwerpen waarop in het algemeen houtsneewerk is aangebracht, de wijze van vervaardiging en versiering, en de wetten waarnaar de samenstelling van de ornamenten bij de Boschnegers schijnt plaats te grijpen wordt overigens verwezen naar het daarover vroeger gepubliceerde ').

Wat nu de op bijgaande platen weergegeven afdrukken aangaat, van slechts een viertal, de n°* 35 (a, b en c) en 36 op plaat III, zijn de namen en daarmede van drie van hen de beteekenis vernomen. Deze vier figuren zijn afdrukken van door de Roucoujana's (Ouayanas) op Jamaiké en Panapie in zitbankjes gesneden figuren.

j) Zie: Toelichting betreffende de voorwerpen verzameld bij de Aucaner Boschnegers, Catalogus der Nederlandsche West-Indische Tentoonstelling te Haarlem, 1899, blz. 74—82; Beitrage zur Ethnographie, Linguistik und Entdeckungsgeschichte Amerikas, dem XlII'en Amerikanisten-Kongress vorgelegt, 1904, blz. 27 en 28, op eenige bijvoegingen na voorkomende in de Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië, 7de Volgr. II, blz. 620 en 621; Surinaamsche versieringskunst en ornamentiek, Suriname-lezingen gehouden voor het Koloniaal Museum te Haarlem en de Vereeniging Oost en West te 's-Gravenhage, III, opgenomen in de Indische Mercuur van 7 Januari 1902.