BIJLAGE III.

Verslag omtrent de door de Goninie-expeditie medegebrachte afdrukken van ornamenten.

Kort voor hun vertrek naar de kolonie bezichtigden de heeren Franssen Herderschee en De Goeje een verzameling van in de jaren 1894— 1896 te Albina aan de Marowijne bijeengebrachte afdrukken van houtsneewerk ornamenten van Boschnegers. Deze afdrukken waren vervaardigd op hoogst eenvoudige wijze '), door namelijk de in het hout ingegrifte of è, jour bewerkte ornamenten met een stuk Japansch papier, een dunne, taai-buigzame en doorzichtige papiersoort, te bedekken en daarover naar ééne zijde te wrijven met een stukje harde zwarte was. Het nu op het Japansch papier te voorschijn komend beeld gaf dan, gewoonlijk juister dan een teekening, een afdruk van het ornament weder.

De heeren besloten op de expeditie, voor zoover de overige werkzaamheden dit zouden toelaten, te trachten op dezelfde wijze afdrukken van ornamenten van het Boschneger-houtsneewerk, misschien ook van houtsneewerk van Indianen te verzamelen, zoo mogelijk de verklaring van de beteekenis der ornamenten van de vervaardigers te weten te komen en in de kolonie rond te zien naar personen, die geschikt en bereid zouden zijn om aldaar deze onderzoekingen voort te zetten.

Daar de tijd tot aanschaffing voor de expeditie ontbrak, stond schrijver dezes zijnen voorraad van het moeilijk te verkrijgen Japansch papier gaarne aan den leider af.

Gedurende de expeditie werden in de Boschnegerdorpen aan Marowijne en Lawa door de bovengenoemde heeren en door den heer Van Breen afdrukken op de besproken wijze bijeengebracht. Van sommige Boschnegerhutten bleken aan de deurzijde planken è. jour met ornamenten te zijn uitgesneden, elders waren figuren ingesneden in de deur, voorts werden aangetroffen tafels, trommen (muziekinstrumenten), een werktuig om cassave-wortelen te raspen en zitbankjes, die met houtsneewerk waren versierd, terwijl nog vooral in de handvatten van de Boschnegerhaarkammen ornamenten werden gevonden. Ook kon een afdruk worden genomen van een miniatuur-pagaai, (negerengelsch pari-tiki) welke voor-

1) N. f. het eerst toegepast door Dr. Hjalmar Stolpe, Directeur van het Ethnographisch Museum te Stockholm.