Roecoejana's slechts gelegenheid eene kleine verzameling te vormen, daar we niet lang genoeg bij deze Indianen konden vertoeven en bovendien niet in het bezit waren van eene voldoende hoeveelheid ruilartikelen. Toch gelukte het ons een honderdtal voorwerpen machtig te worden die in bruikleen werden afgestaan aan 's Rijks Etnografisch Museum te Leiden, terwijl photografieën van Roecoejana s van beiderlei kunne, zoomede van de hutten waarin zij wonen, een denkbeeld geven van het uiterlijk, den lichaamsbouw, de kleeding en de huisvesting van dit natuuivolk. Wat de taal der Roecoejana's betreft, zijn eertijds door den Fransche reiziger Dr. Crevaux een aantal woorden en uitdrukkingen verzameld, welke lijst later door den heer Coudreau aanzienlijk uitgebreid werd; nochtans bleef ze verre van volmaakt. Hoe gewenscht dus ook, was het ons, door de enkele dagen die we in de Indianendorpen doorbrachten, toch niet mogelijk om op dat gebied veel nasporingen te doen. Voor ons was het al eene heele voldoening, dat de heer De Goeje een gebroken gesprek met hen kon voeren. Misschien zal het bij de eerstvolgende expeditie gelukken, op deze kennis voortbouwende, het „Oyana of Roecoejana" beter te leeren kennen en dan tevens het een en ander over de taal der Trio-Indianen op te teekenen. Uit enkele woorden, die een der pieto s van Panapie omtrent laatstgenoemde taal wist mede te deelen a) zou opgemaakt mogen worden, dat ook de I rio s oorspronkelijk van Caraibischen stam zijn.

Ten volle bleek weder welk een practisch hulpmiddel de photografie is, ook om de indrukken weer te geven die op de reis werden opgedaan. De verpakking der belichte platen, zoomede de ontwikkeling bij terugkomst in Nederland, geschiedde op dezelfde wijze, als dat bij de vorige expeditiën het geval was geweest en daaraan is

i) Als: weji = zon; matoiwata = vuur; toena - water.