2 Sept. 3 u. n. m. Manlobbi, zuidel. kostgrond 3.°i West. 8 Oct. 4 u. n. m. Gonini, monding 3-°6 „

13 Sept. 7 u. n. m. id. samenvloeiing 3.°5 n

27 Oct. 11 u. v. m. \

28 „ 3 u. n. m. I Top Cotticaberg 3_°5 n 2 Nov. 10 u. v. m. )

4 Dec. 4 u. n. m. Knopaiamoi, noordbank i.°9 8 v 4 u. n. m. Litanie, rivierbank 2 °y B

13 v 3 u-n-m- Top kale heuvel 2.°5 „

Op den top van Knopaiamoi werd eene sterke plaatselijke afwijking waargenomen; op drie punten die slechts 20 M. van elkaar verwijderd waren, bedroeg de declinatie 2. 7 West, i.°4 West en o.°3 Oost. Coudreau heeft in het I umuc-I lumac-gebergte eene nog veel grootere afwijking waargenomen (Chez nos Indiens, blz. 343).

W at de algemeene gesteldheid van het onderzochte land betreft, konden wij van de beklommen bergtoppen het volgende waarnemen:

Het stroomgebied van de Gonini bestaat uit een nagenoeg \ lak land, hier en daar bedekt met lage heuvelreeksen van 100—200 M. boven zee. In het zuiden wordt het begrensd door een gebergte met toppen van 350—450 M., dat naar het oosten toe overgaat in een 700 M. hoogen berg en naar het westen afloopt in lage heuvels. In het zuidwesten treft men, nabij den bovenloop der Tapanahoni eenige granietrotsen aan, die gedeeltelijk begroeid zijn, terwijl in het noorden zich langs den rechteroever van genoemde riviei het Manlobbi-gebergte met toppen ter hoogte van 4°°—45° M. uitstrekt.

Het Tumuc-Humac-gebergte heeft eene algemeene richting zuidoost—noordwest, met toppen die eene hoogte bereiken van 700—800 M. boven zee. Ten noordwesten van de Knopaiamoi dringen hooge uitloopers van dit gebergte tot diep in het Lawa-gebied door en vormen het brongebergte van Oelemarie en Loë-kreek.

Waar zich in het geheele Lawa-gebied, zoover het oog