breedte van 68 c. M., de staart was afgekapt, zoodat we de lengte daarvan niet konden meten. Deze dieren komen in de bovenrivieren veel voor en de wonden, die zij veroorzaken door den steek van hun angel, zijn zeer pijnlijk en niet zonder gevaar.
Den 2 7sten Oct. verhuisden wij naar het nieuwe kamp en brachten in den namiddag een bezoek aan het nabijgelegen dorpje „Enfants perdus". Het bestond uit een 25tal huisjes met naar schatting ± 40 bewoners. Onder hen bevond zich een grijsaard van bij de 100 jaar, die later bleek de vader van den tegenwoordigen Granman Ochi te zijn. In het jaar 1861 was hij met de leden der grenscommissie mede geweest naar de Litanie en herinnerde zich nog zeer goed al hunne namen. In dien tijd was hij een man in de kracht van zijn leven en had reeds verscheidene kinderen. Nu echter, vertelde hij, was hij niets meer waard, want zijne oogen deugden niet meer; hij vond het n. 1. verschrikkelijk, dat hij kort geleden een blad van een boom voor een vogel aangezien en er op geschoten had. Was met de jaren zijne scherpte van gezicht verminderd, zijne liefde voor de dram daarentegen was onveranderd gebleven, want de oude heer kon nog met genoegen eenige glaasjes verschalken.
We troffen er ook eenige gouddelvers aan, die zoowel op Fransch- als Nederlandsch gebied stroopen. In de Bonidorpen vindt men deze menschen zeer dikwijls. Niet in het bezit van eene concessie zijnde, vestigen zij zich in het dorp op neutraal terrein en doen van daaruit hunne strooptochten.
Den 2 8sten Oct. vertrok een Boni-neger met een onzer arbeiders naar den Goninimond om de achtergelaten vivres op te voeren, hetgeen door den lagen waterstand met eenige moeite zou gepaard gaan. In den namiddag begaven wij ons naar Cottica en daar mocht het Van Breen gelukken nog een Boni te krijgen voor het halen van eene gedeelte der lading.