verscheidene plaatsen over de steenen, zoodat devisscheisboot op een gegeven oogenblik een flink lek kreeg. Beneden Lena basi werd tegen 4V2 u. nam. kamp gemaakt en den i2den Oct. de reis voortgezet. Nabij Mauritius-soela ontmoetten we een boschneger met zijne familie. Het bleek een schoonzoon van Madonné te zijn, die ons opwachtte om een zijner kinderen door den dokter te laten behandelen. Hij ging dan ook met ons mede naar Gran Soela, waar we in den namiddag aankwamen.
De daar achtergebleven wachters hadden reeds een aanvang gemaakt met het transporteeren der goederen beneden'den val, waarmede den i3d- Oct. werd voortgegaan, terwijl tegelijkertijd reeds een deel der lading naar het mondingskamp werd vervoerd. Van die gelegenheid was tevens gebruik gemaakt om den Hindoekoelie, die totaa uitgeput was van zwakte, te evacueeren.
Het was dien dag een formeel ziekenrapport, want behalve de schoonzoon van Madonné, Akwentinie genaamd, kwam ook nog een vriend van hem met zijn kind bij Versteeg aanzetten. De boschnegers hebben veel vertrouwen in de Europeesche artsen en laten zich gaarne door hen behandelen-, bovendien is het zwarte ras van nature reeds zeer gesteld op medicijnen. Al mankeeren ze niets, dan vragen ze toch om „dresie". Zoo overnachtte ik op mijn tocht naar de Tapanahoni op een boschnegergrondje en dadelijk kwam eene oude vrouw naar me toe en vroeg om dresie, daar ze over het geheele lichaam pijn had, vermoedelijk dus eene rheumatische aandoening. Ik had geen medicijnen bij me, doch om het oude mensch niet teleur te stellen gaf ik haar wat geweervet met de opdracht daarmede' het lichaam flink in te wrijven. Trouw voldeed ze daaraan en kwam me den volgenden ochtend nog bedanken, want de dresie had uitstekend geholpen.
Versteeg, die ze nu juist niet met dergelijke middeltjes afscheepte^' had in den regel veel succès en heeft in den tijd, dien we in Marowijne, Lawa en Litanie doorbrachten,