dé (de dokter is niet dood, de dokter is er), waarbij ze als ïazenden trokken. Deze ijver veroorzaakte nog bijna een ongeluk. De bodem der visschersboot was n. 1. door het vele sleepen over steenen en boomstammen zoozeer afgeraspt, dat er, toen ze met veel vaart op een boomstronk stootte, een groot lek in kwam. Onze kok en timmerman Sully was echter bij de hand en wist het lek met spekzwoord en geteerd werk, door een overgespijkerd plankje op hun plaats gehouden, voorloopig dicht te maken. Zonder verdere ongevallen bereikten we om 4 uur het kamp aan de samenvloeiing, waar de anderen in welstand werden aangetroffen.

De rivier is onder het opvaren in kaart gebracht; de richtingen zijn daarbij verkregen door peilen met een marine-vloeistofkompas, de afstanden door schatting. De aldus vervaardigde rivierschets werd verbeterd naar de uitkomsten der astronomische waarnemingen.

Gesteenten zijn niet verzameld, daar de mijn-ingenieur Von Faber mij had medegedeeld dat hij van plan was zoowel beide takken als de Gonini zelve te onderzoeken.

Op biologisch gebied was Versteeg's ziekte oorzaak dat slechts weinig bijeengebracht werd.

Tot zoover het verhaal van De Goeje.

Voortzetting van de reis naar Cottica en verblijf aldaar.

Met De Goeje besprak ik het plan van zijne reis naar Cottica; er werd besloten, dat hij den 5^ Qct. met den opzichter en 10 arbeiders in twee visschersbooten daarheen zou vertrekken. Den 4*» Qct. kwam Von Faber uit het bosch terug, zoodat we nu weder allen vereenigd waren. Zijn plan was eerst de Emma-rivier te onderzoeken, om daarna, wanneer de waterstand het toeliet, de Wilhelmina-rivier op te varen. Zooals wij later zullen zien, kon hij net laatste gedeelte van zijn programma, door den lagen waterstand niet ten uitvoer brengen. Ik ver-