Aic Pinang, Kampong Baroe, Oedjöng, Sibau, Koeala Oemöh, en Linggih.
Omtrent Salang, Lakön en W. Simoeloel, dat wij niet bezochten, kan niet met voldoende zekerheid gesproken worden; op de bestaande kaarten staan verscheidene kampongs van dit gedeelte met name vermeld.
Klimaat en Gezondheidstoestand.
Het klimaat is hetzelfde als ter Sumatra's W. kust; over het algemeen regent het er vrij veel — de regenval is echter nog niet opgenomen kunnen worden, omdat er tevoren nog geene Europeesche vestiging geweest is. De gezondheidstoestand der militaire bezetting was vrij gunstig. Wel kwamen nogal koortsgevallen voor, maar is dit hoogstwaarschijnlijk het gevolg van de minder gunstige ligging van het bivak, dat niet voldoende hoog gelegen is en omringd door moddersawah's. Het was dan ook het plan bij eventueele verplaatsing van het bivak zich te zetelen op hooger terrein, waar de kampong Sinafang ligt.
Co?nmunicatiemiddelen.
Onze oorlogsschepen en recherchevaartuigen bezoeken het eiland —vooral zijne baaien ter N.- en O. kust — geregeld. De bevolking onderhoudt de communicatie tusschen de verschillende vestigingen en met den Sumatrawal met hare prauwen en wordt het eiland door handelaren van Sumatra's W. kust, Atjèh, de Poelau Banja» en Nias bezocht. De communicatiemiddelen over land zijn nog gebrekkig; dat weinig of geen werk gemaakt is van verbindingswegen tusschen Oost- en Westkust is een gevolg van den vroegeren toestand, voortspruitend uit vrees voor kwaadwilligen (zie boven). Wel bestaan er hier en daar voetpaden o. a. tusschen de Tëloq Dalam en de Sinafangbaai, in lapah, in Sichoelèh enz. maar deze zijn vooral in den regentijd in zeer slechten staat, omdat ze eigenlijk door karbouwen gemaakt zijn en dagelijks door hen gebruikt worden. De