daar beneden wordt deze plotseling aanmerkelijk vergroot door den aanvoer uit de 2de Waterlossing en blijft stroomafwaarts toenemen, wijl de Volle Rijten en andere slooten, het over de oppervlakte vloeiende regenwater, alsmede de wel, de watermassa in die richting vermeerderen.

In het natprofiel van piket 111 is het vermogen te klein opgegeven, omdat „de Linde' 28 Sept. 1893 buiten den linkeroever was getreden en dit inundatie-water niet in rekening kon gebracht worden.

Van piket 82 tot piket 74 is de watermassa verdubbeld ten gevolge van den grooten toevoer uit de Zandhuizer Wetering, waarop het zuidwestelijk gedeelte van het stroomgebied afwatert.

Aan de Oldeberkoopster draaibrug (piket 74) bedroeg de afvoer per 1000 H. A. en per seconde:

13 Sept. 1893 = 0.06 M3. 28 „ „ =0.53 „ 23 Oct. „ =0.22 „