De stroomsnelheid is niet het grootst op de punten, waar het verhang het aanzienlijkst bevonden werd.
Dit springt onmiddellijk in 't oog wanneer de tabellen VI en VII vergeleken worden. Zoo is v in het natprofiel bij piket 140=73^ in dat bij piket 111, niettegenstaande de verhanglijnen op de riviervakken 1 en 6 zich verhouden als 2:1.
De formule van Ganguillet en Kutter leert dat de gemiddelde hydraulische diepte R een belangrijke factor is in de berekening van v. Haar grootte, afhankelijk van den waterstand, heeft een overwegende invloed op de stroomsnelheid.
28 Sept. 1893 was R *n het natprofiel bij piket 140 slechts 0.07 Meter, in dat bij piket 111 daarentegen 0.46 Meter. Als R toeneemt geschiedt hetzelfde — onder overigens gelijke omstandigheden — ook met v en omgekeerd.
Daarom steeg de stroomsnelheid in het natprofiel bij piket 74, van 13 tot 28 September 1893 om vervolgens weder kleiner te worden.
Het vermogen.
Het vermogen of het aantal Ml water, dat p. s. voorbij zeker punt stroomt, is gelijk aan inhoud natprofiel X stroomsnelheid.
Tabel VIII.
Vermogen in M3. per seconde.
Datum. Piket Piket Piket Piket Piket Piket Piket
14° 123 | in 82 74 D. B.
13 Sept. 1893. . 0.266
28 „ „ . . . 0.006 0.613 0-813 1-215 2.426 0.388 0.197
23 Oct. „ . . . i.oii 0.182 0.052
Boven piket 134 is de capaciteit zeer gering. 64 Meter