124 °P °-5 M. beneden den rivierbodem of 2.09 + N. A. P.

125 „ 0.4 , n » » 2.10 + 128 , 0.3 „ „ r » 2-61 +

Soms is het zand vervangen door een min of meer zanderige, veelal magere, grijze of geelgrijze leem, zoo o. a. van piket 145 tot ongeveer 400 M. daar beneden, van ± 600—800 M., van ± 5 100—± 5200 M. en van ongeveer 6300—6700 M. beneden het beginpunt. Deze leem, welke op laatstgenoemd riviervak veel keien bevat, moet vermoedelijk tot den keileem gerekend worden.

De Lindevallei is een erosiedal, gevormd door het smeltwater der terugkrimpende gletschers. Later, toen de Linde uitsluitend door regen- en grondwater gevoed werd, trok het riviertje zich terug binnen de diepste geul en kon langs hare, dikwijls dras staande, oevers moerasveen ontstaan.

Gelijk wij reeds opmerkten stroomt de Linde door uitgestrekte hooilanden.

Van af ± 600 M. boven de Oldeberkoopster draaibrug'), in de kunstweg van Oldeberkoop naar Noordwolde, tot Bekhoftille (brug in den zandweg van Oldeberkoop naar Zandhuizen) dus over een afstand van ongeveer 1375 M., zijn beide oevers echter met bosschen begroeid, welke aanvankelijk slechts een smalle strook innemend, verder stroomopwaarts allengs breeder worden. Boven de 2de Waterlossing tot Tronde vinden wij kreupelhout.

Het rivierbed.

De geul, waardoor thans de Linde stroomt, is betrekkelijk smal en ondiep. Tabel I bevat verschillende gegevens, daarop betrekking hebbende; ze zijn het resultaat der opmetingen, verricht in J 893.

1) 2.55 M. beneden piket 74.