nederzettingen is, dat zij hoofdzakelijk gehuchtsgewijze plaats hadden, en niet zooals bij de Saksen en Friezen op geïsoleerde hoeven, te midden der landerijen, iets wat o. a. Vriesland, Noord- en Zuid-Holland kenmerkt. De Franken met hun levendigen, sociaal aangelegden geest onderscheiden zich hierin van de meer individualistische Saksen en Friezen; zij gevoelden zich niet te huis in de eenzame gewesten, maar moesten bij elkander zijn in groepen, hetzij kleinere of grootere, een karaktertrek sterk uitkomend bij het Fransche volk.
Van die menigte kleine, groepvormige nederzettingen langs de riviertjes nu, breidde zich het gebruik van den grond uit. De heiden werden in den loop der eeuwen ontgonnen, en de smalle zoomen oorspronkelijk cultuurland langs de stroompjes werden verder landwaarts in verbreed.
Nog geeft het Brabantsche landschap een beeld van deze uitbreiding der nederzettingen en der cultuurlanden. Van het noorden uit grijpt het cultuurland, dat in den noordelijken kleizoom en in het N. W. voor een breede strook de geheele oppervlakte beslaat (de grens loopt ongeveer in een lijn over Bergen-op-Zoom, Breda, Oosterhout, den Bosch tot iets ten Z. van Ravestein), naar het zuiden met tal van steeds meer vertakkende vingers in de heiden en andere woeste gronden, als om die te omklemmen met breede hand. Nabij den rug der zuidelijke waterscheiding is dat cultuurland het geringst, en stroomen onderscheidene riviertjes nog door half ontgonnen gronden. Waar eenige kleine stroompjes zich tot een breeder water vereenigen wordt een uitgestrekter cultuurland gevormd, doordien dat van de onderscheidene stroompjes samensmelt tot één aaneengesloten gebied. Eindhoven ligt o. a. in het centrum van een dergelijk samenloopend cultuurgebied, en heeft daaraan zijn beteekenis te danken; in het O. wordt dat gebied weer door heiden van de cultuurstrook aan de Aa, (waarin Helmond ontstond) en in 't westen eveneens door heiden