volgd om de zware tollen op de Maas, waarover wij spraken, te ontduiken.
De nederzetting te Eindhoven is eveneens ontstaan dicht bij het punt der samenkomst van eenige riviertjes: van Dommel, Gender en Tongreep, terwijl op korten afstand benedenwaarts nog een bijstroompje in de Dommel valt. In de zuidelijke Meierij, te ver van den Bosch verwijderd om hier te komen, was een dergelijk centraalpunt als marktplaats noodig, en dat moest wel worden een plaats in het midden van den bovenloop van de Dommel. De markt van Eindhoven werd daardoor vroeg van veel beteekenis; de prijs hier voor koren en boter gemaakt gaf vroeger het peil aan voor de algemeene markt in zuidelijk Noord-Brabant.
Zooals Eindhoven aan den bovenloop van de Dommel een locaal middelpunt vormt voor het omliggende platteland, was dit met Helmond aan den bovenloop der Aa het geval, eveneens van ouds een locaal marktplaatsje.
Locale dorpsmarktplaatsjes, waar de boeren, (eigenlijk meest de boerinnen in Noord-Brabant, want de boeren gaan zelf hier weinig ter markt), kwamen om te koopen en te verkoopen, vindt men in Noord-Brabant vele; geen provincie, waar zoovele kleine weekmarkten bestaan. Alleen bij de stedelijke, die hun opkomst mede aan de natuurlijke invloeden te danken hebben, konden wij stilstaan. Doch ook de ligging van Rozendaal, van Oudenbosch, Oosterhout, Osch enz. zal zeer zeker grootendeels op die wijze verklaard kunnen worden.
*
* *
Gaan wij vervolgens de verdere inbezitneming van den bodem na.
Van de nederzettingen aan de verkeerslijnen langs de rivieren zette zich de ingebruikneming des lands verder binnenwaarts voort. Een eigenaardigheid der Frankische