in de buurt, de markt werd door den hertog zeer begunstigd, onderscheidene voorrechten werden er aan verleend, en de nederzetting breidde zich daardoor uit, zoodat eerst in 1318, later in 1499, de stad werd uitgelegd.
De gunstige ligging deed aldus den Bosch opkomen als nederzetting, deed de bedrijvigheid op dit punt toenemen, en zelfs de nadeelen van het moerassige land der omstreken werkten in dien tijd tot bevoordeeling der stad mede, omdat zij hierdoor tot een der sterkste vestigingen werd. De oorlog tusschen de Brabanters aan den eenen en de Hollanders en Gelderschen aan den anderen kant waren zeker aanleiding tot de eerste versterking der nederzetting, en de overige hoofdsteden van Brabant zagen in de bevestiging van deze plek een zoo groot strategisch belang voor het gewest, dat zij elk, op eigen kosten, een poort bouwden voor de stad: Brussel de Ortenpoort, Leuven de latere Gevangenpoort, en Antwerpen de Vuchterpoort. Ook in latere tijden bleef den Bosch door die ligging lang een belangrijke vesting. Tegenwoordig echter is den Bosch geen vesting meer, maar bloeit het als de belangrijkste marktplaats voor een groot gedeelte der Meierij.
Breda heeft haar opkomst als nederzetting en waarschijnlijk ook haar naam te danken aan de samenkomst van de Mark en de Aa tot de „breede Aa", welke benaming aan de natuurlijke verbreeding gegeven, in den volksmond tot „Breda" werd verkort. De ligging aan de Mark, die hier bevaarbaar werd, maakte de stad tot een doorgangsplaats voor den handel, en de bloei van deze was oorzaak van de uitbreiding der nederzetting. Vóór den opstand tegen Spanje was hier reeds een aanzienlijke doorvoerhandel, en hoewel tijdelijk gedurende den oorlog afgebroken, bloeide die later weder op. Uit Holland en van elders werden te scheep de waren aangevoerd te Breda, en van hier werden zij over land naar Maastricht, Luik, Aken, Verviers enz., vervoerd en omgekeerd. Deze landweg werd veel ge-