werd hierdoor tot een landstadje, ingesloten met vruchtbare polders, die van tijd tot tijd hier werden bedijkt.

Als handelsstad ging de beteekenis van Zevenbergen te loor, waar die verder ging dan den naasten omtrek.

De drie besproken nederzettingen in het N. W. van Noord-Brabant, door hun ligging in de middeleeuwen snel opgekomen, zijn aldus door de veranderde geographische toestanden tot stilstand gekomen of achteruitgegaan in den tijd der nieuwe geschiedenis. In de laatste halve eeuw is er weer nieuw leven gekomen in enkele, doordien de landbouw er een grondprodukt levert voor fabrieksnijverheid, bestaande in de suikerbieten, welke in dit gewest op de kleigronden veel geteeld worden, en die aan den rand van den zandgrond, waar door de stroompjes goed water voor het bedrijf beschikbaar is, aanleiding gaven tot het oprichten van onderscheidene fabrieken. Niet minder dan 21 van de 32 beetwortelsuikerfabrieken van Nederland vindt men in het W. en N. W. van Noord-Brabant. Doch dit bedrijf, hoewel er ook bieten uit de andere provinciën worden aangevoerd naar deze fabrieken, geeft slechts tijdelijk veel arbeid, en zal nooit den groei van de genoemde stadjes en evenmin van de andere nederzettingen op dien rand van Brabant verder doen uitbreiden dan tot flinke vlekken of kleine stedekens.

Naar het oosten gaande volgt Geertruidenberg als stedelijke nederzetting. Een iets hoogere plek aan de rivier de Donge, op korten afstand van den mond vóór zij in de Maas viel (de Maas, zooals zij haar ouden loop had vóór 1421), gaf aanleiding tot de vestiging eener nederzetting te midden van overigens lagere landen, en was de geschikte plaats tot de oprichting van een tol. De meer veilige ligging op deze plek bleek duidelijk bij den St. Elizabethsvloed van 1421, toen deze plaats voor geheelen ondergang beveiligd bleef, hoewel de stad aan den rand van den zich uitbreidenden plas kwam te liggen. Oorspron-