Nederpelt, „Martras", misschien Maren of Maarhees, „Hezia" thans Heeze *) enz.
Zoo zouden wij nog meer namen van nederzettingen in Noord-Brabant kunnen vermelden, welke genoemd worden in de schenkingsbrieven of giftbrieven van bekeerde Franken, die goederen schonken aan den geloofsprediker Willebrord, aan de abdy Lauresham, Echternach en in andere oude stukken. Het is niet onze taak die namen op te sommen, doch wij kunnen hieruit het bewijs putten, dat in de 8ste eeuw onzer jaartelling Noord-Brabant al met een groot aantal nederzettingen overdekt was. Deze nederzettingen hebben wij waarschijnlijk niet alle als de tegenwoordige dorpen of gehuchten te denken. Het komt ons waarschijnlijk voor, dat onderscheidene dier nederzettingen „hoven" of „zalen" waren, huizen der aanzienlijke Frankische landheeren, waarbij zich de lijfeigenen en onvrijen gevestigd hadden. Bij de Franken was dat stelsel algemeen. En hieruit is ook verklaarbaar, dat schier elk dorp in Noord-Brabant in latere eeuwen een kasteel bezat, waar de heer verblijf hield. De „zaal" (sala) der oude Franken is in het latere kasteel van den heer overgegaan, in wiens heerschappij over de dorpelingen nog sporen van de vroegere betrekking van den zaalbewoner tot de lijfeigenen was overgebleven.
Van de oude nederzettingen in Noord-Brabant zijn er slechts weinige tot den rang van ware steden opgeklommen. Mr. A. Telting heeft, op grond van gegevens uit officieele stukken een kaart vervaardigd, waarop de steden van Nederland zijn aangeduid, die vóór het eind der i5de eeuw met stedelijke rechten waren voorzien en als steden kunnen beschouwd worden, en gaf daarbij de jaartallen aan. Deze kaart, hoewel niet uitgegeven ons welwillend ten gebruike afgestaan, leert ons als steden kennen: A. aan de
i) Zie Ackerdijck: Nasporingen omtrent het landschap, in vroeger eeuwen Taxandria genoemd, en bijzonder omtrent eenige plaatsen in dat landschap gelegen. (Nieuwe Werken van de Maatsch. der Ned. Letterk. V. 1841).
V. d. Bergh, Middel-Nederl. Geographie.