korte a bij oudere verkorting of korte o bij jongere verkorting vinden, en zoo is het ook. De korte a (dus slapt) heerscht, behalve in de stad Groningen en in Westerwolde, ook in geheel Drente (alleen voor Meppel wordt naast a ook ö opgegeven) en in het Noorden van Overijsel. De Noordelijkste plaatsen, waarvoor ik umlaut bij verkorting der ba opgegeven vind, zijn Kampen (waar de vorm slapt er naast heerscht), Elburg (met slupt naast het voor Oldebroek—Doornspijk opgegeven slapf), Zwolle, Den Ham en Hardenberg; maar slapt komt toch ook nog voor te Friezenveen, Denekamp, Almeloo en Hengeloo (daai naast stopt). De verkorting van slödpt wordt in mijne opgaven weergegeven door stópt vooral in Twente, het Oosten der Graafschap en het Oosten der Veluwe (daar hebben ook löaten en bloazen lót en blós: zie Dr. Gallée, Tl dó.), en door slupt vooral in Salland, het Westen der Graafschap, de Lijmers, de Overbetuwe, het land van Maas en Waal, het Rijk van Nijmegen en de Noordpunt van Limburg (Gennep). In Noord-Brabant heerscht de umlaut, naar 't schijnt, alleen in het uiterste Oosten. De opgave voor het land van Ravestein geeft die weer door de korte eu, die voor Deurne door ö en die voor Helmond door u. Zooals men ziet, omvat deze umlaut hetzelfde gebied als wij reeds bij ons onderzoek naar den meervoudsumlaut leerden kennen, en dus een wat enger gebied dan de umlaut der diminutieven.
De klankschakeering der lange d (in slaapt, sleejpt, slaept, sla°pt en sloapt) heeft hare lengte bewaard of herkregen in Zuid- en Noord-Holland (met de eilanden), in Utrecht (behalve in het Zuid-Oosten), in Zeeland, in een deel van Noord-Brabant en in Limburg, en vertoont alleen in het laatste gewest umlaut. Voor Venloo wordt de umlautsvorm als llüep opgegeven, dus als umlaut van sloap[t), die ook voorkomt te Roermond bij lleupt naast lleept en leet (zie