volkomen i overhelt en niet door eene j, maar door eene toonlooze e gevolgd wordt, zoodat in de opgave de woorden dan ook met lë geschreven worden, behalve wanneer eene r volgt, zooals bij heer of hee'èr en jeer of jeeer. Dat laatste woord luidt daar dus niet jaar, maar wel hoort men daar de a in gaan, staan, maan, maand, verwaand, kraam, dus vóór nasaal, en ook in na en naaste. In strijd met deze opgaaf is hetgeen Winkler (.Dtal. II bl. 47) van de taal van Enkhuizen zegt, namelijk dat de a, die hij als ae schrijft, klinkt „als volkomen £, die een weinig naar de a overhelt." Hij voegt er evenwel bij: „deze klank is niet wel te beschrijven en zeer eigenaardig."

4°, Hindeloopen. Volgens Winkler {Dtal. I bl. 447) wordt daar de ee uitgesproken „als een scherp lange e, die eenigermate naar de Friesche uitspraak van den tweeklank ze zweemt." Mijne drie opgaven voor Hindeloopen zijn echter hierin eenstemmig, dat zij overal ee of ook wel in open lettergrepen e schrijven, behalve vóór r als in hier en jier met lange heldere ie. Hindeloopen heeft dus evenmin als Enkhuizen eene a in jaar, maar wel heeft het de 5, schoon met korten naslag, vóór de nasalen , in Qaan en staan. Na luidt in het Hindeloopensch, evenals in het Landfriesch, nei. Opmerking verdient nog, dat het verleden deelwoord van sleepe[n) niet sleepen, maar sloapt is.

5 Het eiland Marken, dat van Westfriesland en gedeeltelijk ook van Enkhuizen en Hindeloopen afwijkt door overal ee te hebben, ook in jeer, geen en steen.

6° Aalsmeer, dat vroeger met de Zaanstreek het Oostelijk deel van Kennemerland uitmaakte en later tot Rijnland werd gerekend en zoo gescheiden was van AmstelIand, waarvan het dan ook in taal zeer verschilt. Door