geloof ik echter, dat hij den Hollandschen invloed overschat, daar reeds in het Ofri. bare (naast bère), quad, pal (naast pel) en swager voorkomen (zie Van Heiten, Altostfr. Gramm. p. 17). Ook het Nfri. heeft ja, baar en daad (of baer, daed volgens het Friesch Woordenboek van Dijkstra en Hettema, naast died bij Gijsbert Japiks), terwijl in het Noordfriesch van Sylt eene uit a voortgekomen 5 wordt aangetroffen in dód, göf \ jö, wör, waarnaast pöal (zie Siebs, Sylter Lttstspiele). Van oudsher zullen zich dus reeds sommige Friesche dialecten in deze woorden van de andere hebben onderscheiden. In Ilpendam wordt, door invloed van het Waterlandsch, ook la"te[n) gezegd; en dat woord komt met a ook elders, zooals op de eilanden, voor en, naar de opgaven, ook te Uitgeest, Limmen en Castricum. Te Egmond-aan-Zee, waar overigens een afwijkend Strandhollandsch gesproken wordt, maar voor de eej en a de Westfriesche regel gevolgd wordt, heet de eej van sleejpe[n) meer tot de gerekte i over te hellen, zoodat het als slïpe{n) wordt opgegeven tegenover de andere woorden, die in de opgave met ei worden geschreven.
20 De Noordhollandsche eilanden: Wieringen, Tessel, Vlieland en een deel van Terschelling (Midsland, terwijl op de beide andere dorpen van het eiland briesch wordt gesproken). Daar heerscht, evenals in Westfriesland, de a in gaan, staan, kraam en jaar, en de eej of ee in alle andere woorden, behalve late[n) en naaste, die voor Tessel, Vlieland en Midsland uitsluitend met a worden opgegeven en voor Wieringen bovendien ook met eej (of 1 waarmee de woorden in eene der opgaven voor \\ ieringen
worden geschreven).
3° Enkhuizen (en wel bepaaldelijk de stad), waar de ee veel meer dan in Westfriesland naar de gerekte on-