In elk geval is de d niet oorspronkelijk, maar ingevoerd door eene bevolking uit andere streken, in Den Helder, Hellevoetsluis, Nieuwenhoorn, Naarden (waar de a alleen vóór de n eenigszins tot ba overhelt), op het eiland Ameland, dat zeer sterk verhollandscht is (alleen vind ik deer opgegeven voor daar), en in de Haarlemmermeer, waar in Hoofddorp en het grootste deel van den polder a wordt gezegd en alleen a in het Noordelijkste gedeelte. Weer in andere plaatsen is de heldere ci ongetwijfeld uit de schrijftaal ingevoerd, zooals te Brielle, te Hoorn, Zevenbergen, Bergen-op-Zoom en min of meer ook in andere steden, hetzij bij eenige woorden, hetzij bij een deel der bevolking. Voor vijf der zes grootere Friesche steden, voor Leeuwarden, braneker, Harlingen, Bolsward en Sneek, en ook voor Heerenveen, wordt heldere d opgegeven, behalve dat, naar dezelfde opgave, te Bolsward in §aen en staen, d. i. vóór de n (want {jaat en staat hebben daar d\ de ae-klank gehoord wordt. Winkler (Dial. I bl. 477) vermeldt echter, dat de Bolswarders ook niet geheel vrij zijn van de uitspraak der a als ae\ maar dat kan sinds 1874' toen hij schreef, wel wat veranderd wezen. Tegen de opgaven in heb ik op gezag van Winkler voor Harlingen en Franeker ^-uitspraak aangenomen (zie beneden op ae). Overigens heerscht overal naast de volksuitspraak ook een min of meer zuivere #-klank in den mond der meerbeschaafden.
§3. De streek van eej en a.
Onder eej versta men de verbinding van de scherpvolkomen ee, hier en daar naar de gerekte onvolkomen i overhellende, met eene/, soms met eene toonlooze e, ook blijkens de meer of minder juiste omschrijvingen daarvan in de opgaven, die aldus luiden: voor Schagen. „heeft