draad (Ohd. drdt, Ofri. thred), avond (Onfr. hvont, Os. dband, Ofri. êwend), kraam (Mhd. krame, Ofri. kram), straat en mv. straten (Onfr. strdta, Os. Ofri. strete,
uit het Latijn flW (Onfr. thdr, Os. thdr, Ofri.
en (Os. nah, Ofri. Got. nèhw).
Voor die streken, waar de lange « geen (jongeren) umlaut heeft, zijn daarbij nog te voegen: afraak* (uit *prddi), draadje jaartje, schaapje, maatje, straatje, naaste (Os. ndhist-, Ohd. nahist- en na host-, Ofri. jarig
en slaperig. _ .
Andere woorden met a, waarnaar een onderzoek is ingesteld, hebben hun klank onder den invloed van bijzondere phonetische of psychische omstandigheden gewijzigd en komen daarom voor de afbeelding van de algemeene klankschakeering der slechts gedeeltelijk in aanmerking.
Slechts in een klein gedeelte van Noord-Nederland beantwoordt in al deze woorden aan de Germaansche ae (i') eene heldere d- in andere streken heerscht (20) de heldere a slechts in enkele woorden, terwijl in de meeste eej gehoord wordt. Elders hebben (3°) enkele woorden ëa, maar de meeste ie of iee. Weer in andere streken heerscht (4 ) de ae in bijna alle woorden. Hier en daar hoort men (5°) een naar ba overhellenden of zweemenden klank (a); in eene kleine streek hebben (6 ) sommige woorden eene heldere a en andere den ba-klank, terwijl in verreweg het grootste gedeelte van Nederland (70) deze klank als ba, óa of zelfs als 5 wordt uitgesproken. Den omvang van elk dezer streken zullen wij trachten af te
bakenen.
§ 2. De streek der heldere a.
De heldere a wordt gehoord in het Zuidelijk deel van Kennemerland, volgens opgaven voor Heemskerk, Bever-