den Grooten Oceaan te beginnen die ongeveer een jaar zal duren. De wetenschappelijke staf der expeditie staat onder leiding van den beroemden zoöloog en oceanograaf Prof. Alex. Agassiz, en bestaat verder uit Dr. Wordworth, Dr. A. G. Mayer, Dr. H. F. Moore, Ch. Townsend en A. B. Alexander.
Het plan van de expeditie is, een bezoek te brengen aan de volgende eilandengroepen: de Marquesas, de Pomotoe-eilanden, Tahiti, Tonga, Fidzji, Ellice; de Gilbert en Marshall-eilanden, terwijl op de terugreis Japan en de kust van Alaska aangedaan zal worden. Het onderzoek zal alle takken van oceanografie en zoölogie omvatten, en vooral ook loopen over het ontstaan der koraaleilanden.
Woordpooltochten. De voornaamste uitkomsten van Peary's tochten in het vorige jaar en in dit voorjaar zijn nu bekend geworden. De Windward stoomde noordwaarts op, na de Hope te Etah aan de Foulke fjord verlaten te hebben, maar daar men spoedig bemerkte dat de toestand van het ijs geen ver voortdringen zou toelaten, werd een winterkwartier uitgekozen tegenover kaap d'Urville aan den ingang van Allman-baai op Gnnnell-land. Daar vroor het schip vast op den i8en Augustus, het kanaal bleef gedurende het geheele seizoen door zwaar ijs versperd. Na veel gejaagd te hebben in den herfst, begon Peary een tocht noordwaarts langs de kust, onderweg „caches" aanleggend voor zijn mondvoorraad, en tegen het midden van December bereikte hij Fort Conger, Greely's oud winterkwartier aan de Lady Franklin-baai. Het oude huis was op het punt, in puin te vallen, maar overigens precies zooals Greely's ongelukkige expeditie het iS jaar geleden gelaten had: in al dien tijd was geen menschelijk wezen in dien uithoek der wereld geweest. Op den laatsten marsch waren Peary en zijn metgezellen gedwongen, den nacht door te brengen in een holte van een ijsberg, hij werd toen zoo ernstig door de vorst aangetast dat hij naar de Windward moest terugkeeren en zich zeven teenen moest laten afzetten.
Daardoor echter niet afgeschrikt, ging Peary er weer op uit om Grinnell-
land te onderzoeken, dat hij van het oosten naar het westen doortrok
een belangrijke reis. Zoowel de Buchanan-straat als Prinses Marie-baai werden zorgvuldig opgenomen en in kaart gebracht, de Hayes-straat bleek niet te bestaan. Er werden allerlei toebereidselen gemaakt om den tocht noordwaarts voort te zetten in het volgende jaar; de weg tusschen kaap Sabine en Fort Conger werd zoo druk begaan, dat Peary dien vergelijkt bij een postweg. De onderzoeker wijzigde zijn plannen in zoover dat hij voornemens is, dezen winter door te brengen te Etah, waarheen hij in Augustus vertrok, zoodra de Windward uit het ijs losraakte. Zoodra de