oppervlakte van den bodem geheel heeft gewijzigd en daarmede den invloed van dien bodem op de bevolking. De westelijke helft van het eiland kan men verdeelen in twee afdeelingen: i° die der moerasachtige vlakten dicht bij de zee, dus laag gelegen en 2° die der min of meer hooge streken. In de vlakte wordt de grootste sterfte geleverd door aandoeningen van het darmkanaal, vooral onder de kinderen; in de hooger gelegen streken spelen malaria-aandoeningen de rol, die de tuberculose in Europa heeft. Een vrij vertrouwbare statistiek, geput uit de archieven van den sultan van Sambas, vertoont eene sterfte van 28 p. m. voor de Dajaks, die de hoogere streken bewonen en van 20 p. rn. voor de Maleiers, die voornamelijk in de vlakten gevestigd zijn.
Tuberculose en rachitis zijn door hem niet waargenomen. Wel werden andere longziekten gezien; maar onder de meer dan 5000 kinderen, beneden de 10 jaren oud en allen naakt onderzocht, was geen enkel geval van rachitis.
In alle reisverhalen vindt men melding gemaakt van de onoogelijke huidziekten „koerab" of „loesong" en ongetwijfeld maakt het zien der naakte personen, behept met zulk een huidziekte een onaangenamen indruk op hem, die niet weet, wat de kleederen der Europeanen soms bedekken. Maar deze schrijver kwam tot de overtuiging, dat de huid der inboorlingen veel meer weerstand biedt aan de vele oorzaken tot prikkeling en verwonding dan die der Europeanen. Nooit zag hij de in Europa veel voorkomende, hardnekkige zweren der onderste ledematen en maar heel weinig ziekten der huid, die niet afhankelijk waren van parasieten. De huid der vrouwen biedt onder anderen een grooten weerstand aan de physiologische processen der zwangerschap en van het zoogen. Reeds te Sambas had Nieuwenhuis gezien, dat de Dajaksche vrouwen, die veel kinderen hadden, geen strepen op den buik vertoonden en dat de borsten geen of weinig teekenen van het zoogen droegen; maar in de binnenlanden, waar geen kleederen de waarneming bemoeilijkten, bleek hem dat nog meer; zelfs jonge vrouwen, die hare twee kinderen van verschillenden leeftijd zoogden, kon men noch door den buikwand, noch door den vorm der borsten van maagden onderscheiden. Alleen als op hoogeren leeftijd het onderhuidsch vetweefsel begint te verdwijnen, komen er plooien in den buikwand. Bij vele stammen trekt de huid der borsten zich dan samen en daardoor hangen de borsten weinig naar beneden.
Kwaadaardige gezwellen, als kanker en sarkoom, werden niet gezien; maar zeer veel syphilis. Deze laatste maakt, zoowel bij de individuen, als in de stammen een verwoesting, waarvan men zich in Europa wellicht geen denkbeeld kan vormen. Dat is het gevolg van de onbekend-