LITTERATUUR.
A. NEDERLAND.
M. Pott, commies der posterijen, Aardrijkskundig Woordenboek van Nederland. Gron. 1899. J- B. Wolters, post-8°, geb. / 2,90.
De schrijver brengt geen saluut aan den meest bekende zijner voorgangers, S. Gille Heringa, oud-directeur van het postkantoor te Utrecht, met wiens Aardrijkskundig Handwoordenboek van Nederland wij ons tot dusver hebben beholpen, bij gebrek aan iets beters. In 1853 verscheen daarvan de eerste, in 1874 de derde druk; Heringa beloofde op den titel eene „alphabetische opgave van de gemeenten, steden, vlekken, dorpen, ge uchten, buurten, voorname huizen of buitenplaatsen, bewoonde en onbewoonde polders, enz." Pott zegt omtrent den inhoud van zijn Aardrijkskundig Woordenboek van Nederland 't volgende: „Bij de samenstelling van dit Woordenboek heb ik vermeden iets op te nemen wat aan verandering onderhevig is, doch hierop een uitzondering gemaakt met de bestelling der polders. Voor zoover mij dit uit officieele bronnen bleek, heb ik door bijvoeging van bsl. aangeduid door welke postinrichting daar in de bestelling voorzien wordt. Ook zijn hierin opgenomen de stations, halten en stopplaatsen van spoor- en tramwegen, alsmede de meest voorkomende vreemde namen van Nederlandsche plaatsen, terwijl veel werk gemaakt is van de afstandsbepalingen, die van postaal of algemeen nut kunnen zijn: zooals de afstand tot nabijgelegen spoor- en tramstations, post- en hulpkantoren."
Van de post krijgen we dus onze aardrijkskundige woordenboeken. Nu is dat geen bezwaar — indien ze goed zijn. Maar het boek van Pott is niet heel veel beter dan dat van Heringa; het eerstgenoemde telt vele honderden namen meer, maar als aardrijkskundig woordenboek is het even onvolledig. Of dan alleen de titel verkeerd is en „gids voor postambtenaren ' had moeten luiden? Deze poging tot misleiding te vermoeden, mag niet in ons opkomen; indien de schrijver bedoeld had een oekje voor brievenbestellers te maken, zou hij dat gezegd hebben. Trouwens, men mag aannemen dat alles wat de ambtenaren noodig hebben te weten ten behoeve eener vlugge en juiste bezorging der brieven, hun vanwege het bestuur der posterijen wordt verstrekt; het woordenboek waarvan hier sprake is, werd ook niet ingevolge eene officieele opdracht